Eerste blad    Vorig blad    Blad 11 van 19 bladen Volgend blad    Laatste blad

Uit dit huwelijk: 3 kinderen (zie onder 1666).

1668 Jan HARMS, pachtboer?
Relatie met
1669 Aeltjen FRERICKS.
Uit deze relatie:
1.  Frerick JANS, gedoopt op 11-09-1644 te Kampen (getuige(n): Annegjen Frerickes), overleden voor 1653.
2.  Harmen JANS, gedoopt op 09-03-1649 te Kampen.
3.  Petertjen JANS, gedoopt op 13-02-1650 te Kampen, moeder hier: Aeltjen Hendricks.
4.  Frerick Jansen BACKER (zie 834).
5.  Annetjen JANS, gedoopt op 23-03-1655 te Kampen.

1670 Albert EVERTS, pachtboer, geboren te Graafschap Bentheim (Dtsl.), overleden voor 1655, * Pachter van de stadserven op het Kampereiland.
Erf 29/tweede erf van de Heultjes: 14-10-1614 - P1624.
Erf 34/eerste erf van de Heultjes: P1624 - P1634 - P1644 - P1654; Huis in de zomer van 1638 verwoest door brand als gevolg van blikseminslag.
Erf 53/eerste erf van de Welle: P1654 -(1655).

Gehuwd voor de kerk (1) op 14-10-1614 te Kampen met Hendrikje LUCHIENS.
Gehuwd voor de kerk (2) op 17-05-1646 te Kampen met Marrigje WILLEMS (zie 1671).
Uit het tweede huwelijk:
1.  Hendrikje ALBERTS, gedoopt op 17-02-1647 te Kampen.
2.  Neeltien ALBERTS (zie 835).
1671 Marrigje WILLEMS, overleden voor 1667, * Pachters van de Stadserven op het Kampereiland
Erf 53/eerste erf van de Welle: (1655) - 21-10-1655, als weduwe van Albert Everts.

Gehuwd voor de kerk (1) op 17-05-1646 te Kampen met Albert EVERTS (zie 1670).
Gehuwd voor de kerk (2) op 21-10-1655 te Kampen met Jan STEVENS, pachter, geboren te Brunnepe.
Uit het eerste huwelijk: 2 kinderen (zie onder 1670).

1674 Gerrit STEVENS, pachtboer, overleden voor 1643. Pachter van de stadserven op het Kampereiland.
Erf 49/tweede erf van de Warder: (maart) 1626 - P1643 - (1643).
Erf 31/zesde erf van de Heultjes: P1644/pacht niet aanvaard/pachter voordien overleden.

Gehuwd voor de kerk op 17-06-1625 te Kampen met
1675 Gijsseltje Egberts (VEESMAN), geboren circa 1605, overleden voor 1655. Pachter van de stadserven op het Kampereiland.
Erf 49/tweede erf van de Warder: (1643) - 28-10-1643 weduwe van Gerrit Stevens (Vos).
Erf 31/zesde erf van de Heultjes: P1644 - P1654, Rijk Willems echtgenoot van Gijseltje Egberts (Veesman).
Dochter van Egbert Dirks VEESMAN (zie 3350) en Niesje AARTS (zie 3351).
Gehuwd voor de kerk (1) op 17-06-1625 te Kampen met Gerrit STEVENS (zie 1674).
Gehuwd voor de kerk (2) op 20-12-1643 te Kampereiland met Rijk WILLEMS.
Uit het eerste huwelijk:
1.  Niesje GERRITS (zie 837).

1690 Wessel WILLEMS, geboren te Haatland. Pachters van de stadserven op het Kampereiland
Erf 75/eerste erf van de Zuiderwaard: P1664 - (P1674) samen met Berend Wilberts; (P1674) - (ca. 1676) samen met Hendrik Jans Kok zijn schoonzoon.

Gehuwd voor de kerk (1) op 25-04-1634 te Kampen met Albertje GERBERTS, geboren te Oosterwolde, overleden voor 1640.
Gehuwd voor de kerk (2) op 30-05-1640 te Oosterwolde met Lubbigje DANIELS (zie 1691).
Gehuwd voor de kerk (3) op 23-08-1643 met Marrigje WILLEMS, geboren te Wilsum.
Uit het tweede huwelijk:
1.  Hendrikje WESSELS (zie 845).
1691 Lubbigje DANIELS, geboren te Oosterwolde, overleden voor 1643.
Uit dit huwelijk: 1 kind (zie onder 1690).

1696 Luder DORGELOHE.
Gehuwd voor de kerk circa 1630 met
1697 Metke.
Uit dit huwelijk:
1.  Dirck DURGELO (van Bremen) (zie 848).

1704 Steven Harmsen MEULENHOFF, molenaar, koordemaker, gedoopt op 14-12-1641 te Zwolle, overleden na 1674, * Steffen Herms heeft gewoond in een huis met een klokgevel, Voorstraat 13, genaamd "Den Jongen Tobias" dat in 1665 gehuurd was van Dr. Albert Louwerens. De erfluiting van Steffen Herms Meulenhoff, 11 september 1669, boeken van momberschappen en erfuitingen 12 5, 19-03-1659 - 04-01-1675. Door de Munsterse bezetting ging het financieel achteruit en daarom moest het huis aan de Hoogstraat verkocht worden. Later ging het weer beter met de financien. Zoon van Hermen Steffen Steffen MOLLENHOFF (zie 3408) en Geesien Jans Jan TONISSEN (zie 3409).
Gehuwd voor de kerk (1) voor 1668 met NN.
Ondertrouwd (2) op 11-09-1669 te Zwolle, gehuwd voor de kerk op 27-jarige leeftijd op 12-10-1669 te Zwolle met Elsje JURRIAANS (zie 1705).
Uit het tweede huwelijk:
1.  Aleida, gedoopt op 14-07-1670 te Zwolle.
2.  Jurrien Stevens (zie 852).
1705 Elsje JURRIAANS, dochter van Jurrian van ESSEN (zie 3410) en Elsghen RIJXEN (zie 3411).
Uit dit huwelijk: 2 kinderen (zie onder 1704).

1706 ws. Jan ten SANDE, luitenant van hopman Schoonberg, begraven op 26-11-1701 te Zwolle.
Relatie.
Uit deze relatie:
1.  Geertje Jansen (zie 853).

1708 Gerrit Peters van den BOSCH, schippersgezelle, geboren circa 1640.
Gehuwd voor de kerk op 02-06-1663 te Zwolle met
1709 Albertje JANSEN.
Uit dit huwelijk:
1.  Gerrit Peters (zie 854).

1710 ? Egbert COSTER, begraven op 27-11-1686 te Zwolle (Grote kerk).
Relatie.
Uit deze relatie:
1.  Marrigje KOSTER (zie 855).

1736 Henrick Rutgersz VELTHUIJS, geboren te Kampereiland, ingeschreven lidmatenregister d.d. 09-11-1674: Hendrick Rutgersz Velthuijs, van 't Campereiland. Burgerboek: 1672/1868: niet weidene.
Relatie met
1737 Jannichjen GERRITS, overleden voor 1705.
Uit deze relatie:
1.  Gerrit Hendricksen VELTHUIS (zie 868).

1738 Willem Dirks VOGEL, pachtboer, overleden voor 1671, * Pachter van de stadserven op het Kampereiland.
Erf 56/de Grote Riethoop: (ca. 1641) P1644.
Erf 51/eerste erf van de Warder: P1644 - P1654 - P1664 - (1671).

Gehuwd voor de kerk (1) op 01-02-1639 te Kampen met Trude LUBBERTS (zie 3561).
Gehuwd voor de kerk (2) op 22-09-1650 te Kampen met Lubbigje JANS (zie 1739).
Uit het eerste huwelijk:
1.  Dirk Willems, pachtboer, gedoopt op 27-12-1639 te Kampen, overleden na 1674, huwt Lubbigje Jans.
2.  Aaltje Willems (VOGEL), gedoopt op 27-12-1639 te Kampen.
Ondertrouwd op 01-09-1665 te Kampen met Frerick Jansen BACKER, 12 jaar oud (zie 834).
3.  Rutger Willems (zie 1780).
Uit het tweede huwelijk:
4.  Hendrikje Willems (zie 1783).
5.  Trude Willems (zie 869).
1739 Lubbigje JANS. Pachter van de stadserven op het Kampereiland.
Erf 51/eerste erf van de Warder: (1671) - (P1674) - 06-02-1675, weduwe van Willem Dirks Vogel.

Gehuwd voor de kerk (1) op 22-09-1650 te Kampen met Willem Dirks VOGEL (zie 1738).
Gehuwd voor de kerk (2) op 06-02-1675 te Kampereiland met Simon Lamberts HARTSUICKER, 25 jaar oud, pachtboer, gedoopt op 12-12-1649 te Kampen.
Uit het eerste huwelijk: 2 kinderen (zie onder 1738).

1740 = 832 Jan Aerts van het HATELANDT.
1741 = 833 Geertruijd Louws van't EYLANDT.
 
1742 Gerrit BOSCH (Gansepanne), pachtboer, geboren te Heino, overleden op 27-09-1714, * Pachters van de stadserven op het Kampereiland
Erf 56/de Grote Riethoop: (nov.) 1695 - M1703 - M1713
.
Gehuwd voor de kerk voor 1697 met
1743 Aleida BOSCH, geboren te Heino.
Uit dit huwelijk:
1.  Johanna Gerrits (zie 871).

1744 Klaas Gerrits VOS, pachtboer, geboren te Genemuiden, overleden voor 1687, * Pachter van de stadserven op het Kampereiland.
Erf 63/eerste erf van het Haatland: (ca. 1674) - M1683 - (ca.1687)
Erf 47/de Grote Heupe: (nov.) 1654 - (maart) 1658 ; M1693 - (ca. 1695)
.
Ondertrouwd (1) op 27-10-1654 te Kampen, zij weduwe van Gerrit Jacobs (Koyer) met Oede JANS, geboren te Mastenbroek.
Gehuwd voor de kerk (2) op 16-07-1656 te Kampen met Stijntje HERBERTS (zie 1745).
Uit het tweede huwelijk:
1.  Rijseltje Klaas, gedoopt op 24-04-1657 te Kampen.
2.  Gerrit Klaas (zie 872).
3.  Willem Klaas, pachtboer, huwt Geertje Dirks.
1745 Stijntje HERBERTS, geboren te Haatland, begraven op 25-10-1712 te Kampereiland, * Pachters van de Staderven op het Kampereiland
Erf 63/eerste erf van het Haatland: (ca. 1687) - (feb.) 1692 als weduwe van Klaas Gerrits, gaat daarna over op haar zoon Willem Klaas.

Uit dit huwelijk: 3 kinderen (zie onder 1744).

1746 Albert Lubberts BLANCKHERT.
Relatie.
Uit deze relatie:
1.  Lubbigje Alberts BLANKERT (zie 873).

1748 Steven Aertsz POST, pachtboer, gedoopt (geref.) op 10-09-1630 te Kampen, begraven op 23-11-1697 te Kampereiland op 67-jarige leeftijd. Anno 1697 den 23 november is in den Heere ontslapen, Steven aertsen Pos(t), sijnde 76 jaar oudt en heeft alhier op 't Camper Eiland althoos gewoont. Pachter van de stadserven op het Kampereiland.
Erf 27/eerste erf van het Snaterys: P1654 - P1664 - (P1674) - M1683 - M 1693 -23-11-1697.
 
Lidmatenregister Kampereiland geref.:
- Anno 1697 den 23 november is in den Heere ontslapen Steven Aertsen Pos(t) sijnde 76 jaar oudt en heeft alhier op't Camper Eiland althoos gewoont.
- Steven Aertsen Post, obiit echtgenoot van Trijntienn Drees geref. Kampereiland ingeschreven d.d. 26-06-1685.
Zoon van Aart Rutgers POST (zie 3496) en Geertje STEVENS (zie 3497).
Gehuwd voor de kerk (1) op 17-jarige leeftijd op 11-02-1648 te Kampen met Wesseltje WESSELS, geboren te van de Keulvoet, overleden voor 1652.
Ondertrouwd (2) op 01-10-1652 te Kampen, gehuwd voor de kerk 11-1652 met Geertje RUTGERS (zie 1749).
Ondertrouwd (3) op 23-08-1667 te Kampen, gehuwd voor de kerk op 37-jarige leeftijd op 11-09-1667 te Kampen met Trijne DRIES, overleden op 16-11-1704 te Kampereiland. Pachters van de stadseren op het Kampereiland
Erf 27/eerste erf van het Snaterys: 23-11-1697 - 04-12-1698
, dochter van Dries JANS en Anna LOUWS.
Uit het eerste huwelijk:
1.  Gerrit Stevens, gedoopt op 07-01-1649 te Kampen, begraven op 28-11-1708 te Emmeloord/Schokland op 59-jarige leeftijd.
Uit het tweede huwelijk:
2.  Wesseltje, gedoopt op 21-12-1653 te Kampen.
3.  Hendrickjen, gedoopt op 14-11-1655 te Kampen.
4.  Hendrick, gedoopt op 20-08-1657 te Kampen.
5.  Rutger, gedoopt op 29-01-1660 te Kampen, overleden voor 1664.
6.  Aart Stevens, pachtboer, gedoopt op 15-01-1664 te Kampen, overleden op 02-08-1709 op 45-jarige leeftijd, huwt Berendje Harms.
7.  Rutger Stevens (zie 874).
8.  Geesje, gedoopt op 07-01-1666 te Kampen.
Uit het derde huwelijk:
9.  Jan Stevens, pachtboer, gedoopt op 23-09-1668 te Kampen, begraven op 17-09-1721 te Kampereiland op 52-jarige leeftijd.
Gehuwd voor de kerk op 30-jarige leeftijd op 21-05-1699 te Kampereiland met Lubbigje Alberts BLANKERT (zie 873).
10.  Femmigje Stevens, gedoopt op 20-10-1678, begraven op 20-02-1719 op 40-jarige leeftijd.
11.  Louw Stevens, gedoopt op 14-03-1686, begraven op 09-10-1766 op 80-jarige leeftijd.
1749 Geertje RUTGERS, overleden voor 1667, dochter van Rutger HENRICKS (zie 3498) en Geesje DIRCKS (zie 3499).
Uit dit huwelijk: 7 kinderen (zie onder 1748).

1750 = 836 Hendrik GERRITS.
1751 = 837 Niesje GERRITS.
 
1752 Jan AARTS (op 't Oever), geboren te Brunnepe.
Ondertrouwd op 06-12-1650 te Kampen met de 21-jarige
1753 Dirkje LOUWS, gedoopt op 11-11-1629 te Kampen, dochter van Louw PETERS (zie 1666) en Aaltje JANS (zie 1667).
Uit dit huwelijk:
1.  Louwe JANS (zie 876).

1754 Jan Willems SOETER, pachtboer, overleden voor 1668. Pachter van de stadserven op het Kampereiland.
Erf 12/Kattenwaard: (ca. 1628) - P1634 - P1644.
Erf 29/tweede erf van de Heultjes: P1644 - P1654.
Erf 73/Mr. Hendrikswaard: P1654 - P1664 - (1668).
Zoon van Willem Jans SOETER (zie 3508).
Gehuwd voor de kerk op 28-06-1626 te Kampen met
1755 Geertje JACOBS, begraven op 22-04-1679 te Kampereiland.
Uit dit huwelijk:
1.  Annigje Jans (zie 877).
2.  Geertje Jans, begraven op 02-10-1702.
3.  Gerrit Jans, pachtboer, begraven op 18-11-1684, huwt Hendrikje Herberts otr. 17-07-1680 Kampen.

1756 Lubbert Peters GROEN, pachtboer, gedoopt op 25-07-1628 te Kampen, overleden voor 1665. Pachter van de stadserven op het Kampereiland.
Erf 23/eerste erf van de Kuinreturfswaard: (maart) 1658 - P1664 samen met Dirk Anonies van den Bos ; P1664 - (1664) samen met als voren.
Erf 12/Kattenwaard: P1664 - (1664)
.
Gehuwd voor de kerk op 32-jarige leeftijd op 23-09-1660 te Kampen met
1757 = 833 Geertruijd Louws van't EYLANDT.
 
1758 Lambert Berends BOLTER, pachter, geboren te Heerde, begraven op 29-07-1689 te Kampereiland, * Pachters van de stadserven op het Kampereiland
Erf 71/Slickertoomsrugge: 09-03-1659 - P1664 - (P1674) - M1683 - juli 1689
.
Gehuwd voor de kerk op 09-03-1659 te Kampen met
1759 Grietje HARMS, begraven op 29-01-1689 te Kampereiland. Pachters van de stadserven op het Kampereiland
Erf 71/Slickertoomsrugge: (ca. 1658) - 09-03-1659 weduwe van Lambert Hendriks Stronckert
.
Gehuwd voor de kerk (1) op 22-10-1645 te Kampen met Lambert Hendriks STRONCKERT, overleden voor 1658.
Gehuwd voor de kerk (2) op 09-03-1659 te Kampen met Lambert Berends BOLTER (zie 1758).
Uit het tweede huwelijk:
1.  Marrigje Lamberts (zie 879).
2.  Aaltje Lamberts, gedoopt op 12-11-1665 te Kampen, begraven op 13-11-1696 op 31-jarige leeftijd.

1760 Frans Claesz SELLES CELS (Sule, Sol, Sellegsen, Modderman), soldaat in het Schotse leger onder colonel Kerk Patrick, geboren circa 1635, begraven op 30-11-1679 te Kampen. Momberstellingen 1540-1809 R-Sm 1666-1681 Folio 155 04-06-1680 131;135
Vader: Frans Sellis + Moeder: Ariaentien Jelis Voogden: Derck Geurtsen, Lucas Henricksen Kinderen: Claes Fransen, Peter Fransen, Roelofien Fransen, Maria Fransen.
 
Periode 1655-1659; zoek ook te Deventer 1657, Geertruijdenberg 1658, Heusden 1656-1660, 1662-1669, Den Bosch 1666-1671 voor kinderen
 
Ene Francis Jellis, in 't garnisoen te Kampen ingeschreven 23-06-1655, 15 weken in 't sieckenhuijs geweest ende 7 weken getrout geweest (?????)
, zoon van ws. Claes (Hendriks?) SELLES (Cels) (zie 3520) en ws. Maria (zie 3521).
Gehuwd voor de kerk op 07-09-1655 te Kampen (geref.) met de 16-jarige
1761 Adriaantje JELIS, gedoopt op 06-03-1639 te Kampen, overleden na 1680, dochter van Jelis PETERSEN (zie 3522) en Roelfien ARENTS (zie 3523).
Uit dit huwelijk:
1.  Claes SELLES, gedoopt (geref.) op 22-04-1657 te Heusden, vader hier Hans Sels en Adriaentie Gillis. Claas Franssen Sellis, Buitenkwartier, Pasen 1691, fol 109, Lidmatenregister N.H. Kerk.
2.  Hendrik FRANS, gedoopt (geref.) op 11-02-1659 te Kampen, overleden voor 1680.
3.  Marritje FRANS, gedoopt op 30-12-1663 te Kampen.
4.  Peter Frans SELLES, gedoopt op 19-03-1665 te Kampen, overleden voor 1666.
5.  Peter Fransen SELLES (zie 880).
6.  Maria SELLIS, gedoopt op 12-02-1668 te Kampen, overleden voor 1674.
7.  Roelofien SELLES (Sol), geboren op 30-09-1669 te Kampen, gedoopt 31-09-1669 te Kampen.
8.  Maria SELLIS, gedoopt op 25-12-1674 te Kampen.
9.  Davijt SELLEYSEN, gedoopt op 20-02-1679 te Kampen (getuige(n): 305, p. 107), overleden voor 1680.

1778 Willem Jans BACKER, pachtboer, begraven op 27-09-1702 te Kampereiland, * pachters van de stadserven op het Kampereiland
Erf 76/Erf van het St. Nicolaasbos: (sep.) 1659 - (dec.) 1659
Erf 46/de Kleine Heupe: (feb.) 1660 - (ca. 1661); (ca. 1661) - P1664 samen met Aart Antonies ; P1664 - (P1674) - M1683 - M1693 - sep. M1702
.
Gehuwd voor de kerk (1) op 19-07-1659 te Kampen met Hadewich HARMS, begraven op 24-01-1684.
Ondertrouwd (2) op 19-05-1685 te Kampereiland met Lammigje PETERS (zie 1779).
Uit het tweede huwelijk:
1.  Arendje Willems (zie 889).
2.  Peter Willems, gedoopt op 24-11-1689, begraven op 21-06-1735 op 45-jarige leeftijd.
3.  Aaltje Willems, gedoopt op 15-03-1696, begraven op 31-03-1736 op 40-jarige leeftijd.
4.  Frederik Willems, pachtboer, gedoopt op 15-03-1696, overleden na 1740.
1779 Lammigje PETERS, geboren te Gelderland, begraven op 19-02-1727 te Kampereiland. Pachters van de stadserven op het Kampereiland
Erf 46/de Kleine Heupe: sep. 1702 -M1703 - M1713 - M1723, weduwe van Willem Jans Backer
.
Uit dit huwelijk: 4 kinderen (zie onder 1778).

1780 Rutger Willems VOGEL, oud diaken (1689), pachtboer, gedoopt op 18-02-1648 te Kampen, begraven op 10-07-1713 te Kampereiland op 65-jarige leeftijd, * zoon van Willem Dirks en Trude Lubberts.
* Pachter van de stadserven op het Kampereiland.
Erf 52/de Lage Es: (1679) - M1683 - M1693 - M1703.
Erf 72/Vossenwaard: M1703/pacht (direct) overgedaan.
Erf 32/vijfde erf van de Heultjes: M1703 - 10-07-1713.
* Lidmaten Kampereiland geref. 02-10-1689 ingeschreven:
Rutger Willems Vogel gehuwd met Lubbe Wolters
Rutger Willems Vogel oud diaken echtgenoot van Lubbegien Wolters geref. Kampereiland. Aanwezig (att. v. /nr.) herfst 1698 obiit 10-07-1713.
Zoon van Willem Dirks VOGEL (zie 1738) en Trude LUBBERTS (zie 3561).
Ondertrouwd op 03-04-1679 te Kampereiland, gehuwd voor de kerk op 36-jarige leeftijd op 08-11-1684 te Kampereiland met de 30-jarige
1781 Lubbigje WOLTERS, gedoopt op 29-01-1654 te Kampen, begraven op 14-12-1737 te Kampereiland op 83-jarige leeftijd, * Pachter van de stadserven op het Kampereiland.
Erf 32/vijfde erf van ded Heultjes: 10-07-1713 - M1713 weduwe van Rutger Willems Vogel.
Erf 18/eerste erf van het Raas: (feb.) 1714 - M1723 - M1733 weduwe van Rutger Willems Vogel.
Erf 16/de Grote Pijper: P1734 - (1737) weduwe van Rutger Willems Vogel.
Dochter van Wolter Willems KAPTEIN (zie 3562) en Jannigje HENDRIKS (zie 3563), check voor juiste datum!
Uit dit huwelijk:
1.  Jannechien, gedoopt op 04-12-1681 te Kampereiland.
2.  Aeltien, gedoopt op 23-12-1683 te Kampereiland.
3.  Willem Rutgers (zie 890).
4.  Hillitje, gedoopt op 13-01-1689 te Kampereiland.
5.  Wolter, gedoopt op 01-03-1691 te Kampereiland.
6.  Trude, gedoopt op 10-09-1694 te Kampereiland.
7.  Dirck, gedoopt op 27-08-1699 te Kampereiland.

1782 Barteld Reinders van der SCHERE, pachtboer, gedoopt circa 1660 te Wilsum, begraven op 10-12-1722 te Kampereiland. Pachter van de stadserven op het Kampereiland.
Erf 56/de Grote Riethoop: M1713 - 10-12-1722.
Erf 15/de Kleine Pijper: een derdedeel : (jan.) 1714 - 10-12-1722.
Erf 21/eerste erf van de Ruidenhoop: (nov./dec.) 1684 - M1693 - M1703 - M1713.
Zoon van Reinder Bartels van der SCHERE (zie 3564) en Hendrikje JANS (zie 3565).
Ondertrouwd (1) op 08-11-1684 te Kampereiland met Hendrikje Willems VOGEL (zie 1783).
Gehuwd voor de kerk (2) op 24-05-1711 te Kampereiland met Annigje Teunis van DIJK, 19 jaar oud, gedoopt op 31-01-1692 te Kampereiland, gecremeerd op 21-01-1747 te Kampereiland op 54-jarige leeftijd, dochter van Teunis Jacobs en Grietje Daniels
 
Pachters van de stadserven op het Kampereiland
Erf 56/de Grote Riethoop: 10-12-1722 - 06-06-1723, weduwe van Barteld Reinders van de Schere.

Uit het eerste huwelijk:
1.  Aaltjen Bartelds (zie 891).
2.  Reinder Bartelds, pachtboer, gedoopt op 12-09-1686 te Kampen, overleden op 20-04-1718 op 31-jarige leeftijd, huwt Annigje Dries.
3.  Jan Bartelds, pachtboer, gedoopt op 14-09-1690, begraven op 07-08-1739 op 48-jarige leeftijd.
4.  Lubbigje Bartelds, gedoopt op 20-01-1695, begraven op 20-01-1751 op 56-jarige leeftijd.
Uit het tweede huwelijk:
5.  Hendrikje Bartelds, gedoopt op 02-05-1717, overleden op 01-01-1748 op 30-jarige leeftijd.
1783 Hendrikje Willems VOGEL, gedoopt circa 1655 te Kampereiland, begraven op 14-10-1710 te Kampereiland. Pachter van de stadserven op het Kampereiland.
Erf 21/eerste erf van de Ruidenhoop: april 1648 - (nov./dec.) 1864 weduwe van Herbert Willems.
Dochter van Willem Dirks VOGEL (zie 1738) en Lubbigje JANS (zie 1739).
Ondertrouwd (1) op 13-02-1675 te Kampereiland met Herbert WILLEMS, begraven op 03-05-1684 te Kampereiland.
Ondertrouwd (2) op 08-11-1684 te Kampereiland met Barteld Reinders van der SCHERE (zie 1782).
Uit het tweede huwelijk: 4 kinderen (zie onder 1782).

1848 Geert Harms de GOEDE (Goe Geert).
Relatie.
Uit deze relatie:
1.  Jan (zie 924).

1880 Gerrit ARIENS.
Relatie met
1881 Neeltje HUIGEN.
Uit deze relatie:
1.  Huig GERRITS (zie 940).

1898 Jan Jansen LOCK.
Gehuwd voor de kerk voor 1683 met
1899 Tijssen ANDRIJN.
Uit dit huwelijk:
1.  Aaltje Jans (zie 949).

1924 Lambert Coertsen MULDER.
Ondertrouwd op 07-07-1667 te Doornspijk met
1925 Elsie JANSEN (Westerink), geboren te Wesepe onder Olst, * "Zoals al werd aangeduid ligt het voor de hand te veronderstellen dat Elsie Jansem afkomstig was van de boerderij West(e)rik in Wesepe. Deze kan nog steeds wordenn aangetroffen aan de Bonekampweg 4 nabij de weg van Deventer naar Raalte. Dat de boerderij al voor 1650 bestond, blijkt uit het jaartal 1628 dat nog in een schuur, ingesneden in een balk, zichtbaar is". Bron: Ver. Veluwese Geslachten no. 1 jr. 1991, no. 1, jr. 1992 en het boek over de familie Westerink.
Uit dit huwelijk:
1.  Jan LAMBERTSZ (Mulder), molenaar Kamperveen, (v.a. 1695) Nunspeet, (v.a. 1709/10) Oosterwolde, gedoopt op 14-01-1674 te Elburg, overleden na 1729, huwt ws. Kamperveen circa 1692 Evertien Hendriks.
2.  Coenraet LAMBERTSEN (Westerink) (zie 962).

1944 Jacob LUBBERTS.
Gehuwd voor de kerk circa 1666 met
1945 Marritjen PETERS.
Uit dit huwelijk:
1.  Lubbert JACOBS, gedoopt op 02-01-1667 te Oldebroek.
2.  Peter JACOBS, gedoopt op 02-12-1668 te Oldebroek.
3.  Reijer Jacobs ROOSEBOOM (zie 972).
4.  Evert JACOBS, gedoopt op 05-11-1676 te Oldebroek.
5.  Geertjen JACOBS, gedoopt op 26-12-1679 te Oldebroek, overleden voor 1687.
6.  Willem JACOBS, gedoopt op 23-05-1681 te Oldebroek.
7.  Aart JACOBS, gedoopt op 01-01-1686 te Oldebroek.
8.  Geertjen JACOBS, gedoopt op 27-08-1687 te Oldebroek.

1954 Hermen HARTGERSEN (Hoogland).
Relatie met
1955 Martentjen EIBERTS.
Uit deze relatie:
1.  Eibertje HARMS (Hoogland) (zie 977).
2.  Henrickje HOOGLANDT.
3.  Jacopien HOOGLANDT.

1960 Henric BIJBAU, paardenkoper, geboren te Oostenrijk, * toevalvondst, mogelijk niet gerelateerd: huwelijk otr./tr. 16-02/07-03-1696 Bergen op Zoom; Henrij Bijbou, geb. Zwitserland, wonende in het garnizoen van Bergen op Zoom, soldaat onder Mollin (= Montmoulin) met Johanna Gerrits, weduwe van Jan van Emsdal. Bron: soldaten-genealogie.nl.
Relatie met
1961 Lucretia.
Uit deze relatie:
1.  Arent Henderix BIJBO (zie 980).

1962 Jan Jansz TORSIUS, schoolmeester, koster, oldeman St. Antonie Gilde, geboren circa 1625 te Epe. Lidmaten Epe : Jan Jansen Tossius 1653
 
Maancedulle verponding Ambt Epe 1660
- Johan Torsius van huijs en hoff daer sijn soone in woont en 1 sch. seijlandts -1-17-4
- Jan Torsius -1-0-0
 
Archief vna het Sint Antonisgilde te Epe Charters Inv.nr. 95: 2 december 1635 (charter in omslag)
Ryck Derx en Aeltgen Gerrits, bekennen schuldig te zijn aan St. Antonisgilde 25 gld en 10 stv. Onderpand: huis en hof in Wissel.
Ondertekenaars: Jochem Berents en Jan Berents,oldermannen.
Zegelaars: Dries Guers, onderscholt te Epe, Jacob Martens en Johan Torsius, schoolmeester te Epe, als gerichtslieden.
Zoon van Johannes Jans TORSIUS (zie 3924) en Schwene JANS of LUBBERS (Swaentje) (zie 3925).
Gehuwd voor de kerk op 15-02-1662 te Epe, hij jongeman van Epe, zij jongedochter tot Welsen (of Velsen/Wilsum?) op attest van Olst. Echtgenote is
1963 Megteld JANSDR. Geboren te Olst (?).
Uit dit huwelijk:
1.  Zwaene, gedoopt op 12-07-1663 te Epe.
2.  Petertjen, geboren te Epe, tussen 16 december en 20januari.
3.  Grietje Janss TORSSING (zie 981).

1968 Evert Gerritsen VOS, * check voor meerdere huwelijken : Gevonden: doop Lijsabeth 21-05-1691 Apeldoorn; doop Evert 12-10-1693 Apeldoorn; doop Antonij 17-06-1695 Apeldoorn; Vader: Evert Vos Moeder: Stijntien Teunis.
* wapen: in groen een springende vos met staart omlaag op een lage grond. Helmteken; de vos uitkomend. Schildhouders:2 aanziende leeuwen. Wapen kan ook afwijkend zijn. Beschrijving afkomstig van nazaten.

Relatie met
1969 Lijsbeth Jansen de GOIJE.
Uit deze relatie:
1.  Aaltjen, gedoopt op 07-09-1679 te Apeldoorn.
2.  Henderick, gedoopt op 06-02-1681 te Apeldoorn, huwt Teuntje Janssen Holtmans, weduwe van Lambert Bouwels, beiden onder Apeldoorn op dato getrouwd, proclamaties 29-10/30-10/06-11 en 13-11.
3.  Tuenis Evertsen (zie 984).
4.  NN, gedoopt op 03-06-1688 te Apeldoorn.

1970 Roeloff Gerrits TIMMERMAN, geboren te Epe. Lidmatenboek Epe: 1641: Roelof Gerritsen Timmerman, aangenomen als lid (662.2 pag. 6, no. 8, 25-12-1641),
Lidmatenboek Epe: Paasch 1664: samen met lisebet Peters, Voonlo
, zoon van Gerret Roloffsen TIMMERMAN (zie 3940).
Ondertrouwd 04-1664 te Epe, gehuwd voor de kerk 04-1664 te Epe met
1971 Lisabet PETERS, geboren te Wissel onder Epe, lidmaten Epe op Paasen 1664: Lisebet Peters Roloff Gerrits Voonlo.
Uit dit huwelijk:
1.  Gerrit ROLOF (van Zuuk) (zie 986).
2.  Petertien ROLOF, gedoopt op 30-10-1670 te Epe, in 't dorp.
3.  Jentjen ROELOFS (Timmerman) (zie 985).

1972 = 1970 Roeloff Gerrits TIMMERMAN.
1973 = 1971 Lisabet PETERS.
 
1976 Michiel JOLIN, lanspassaat bij de VOC, militair in het fort Delmina te Ghana (assistent, sergiant, vaandrig), geboren circa 1645 te Valenciennes, overleden in 1708 te Atlantische Oceaan (schip Eva Maria), op terugreis naar Patria, tijdens het schrijven van zijn testament overleden. * Bron: opvarenden VOC. Datum indiensttreding: 13-05-1685 afkomstig uit Valenchus. Functie bij indiensttreding: lanspassaat. Uitgevaren met het schip: Prins Willem Hendrik. Maandbrief: nee; Schuldbrief: Ja. Gegevens van de vaart: Prins Willem Hendrik. Vertrek: 13-05-1685 (vanuit Wielingen). Kamer: Zeeland. Verzoekboeken Kaap: 06-09-1685, 03-10-1685. Inventarisnr. 12233. Folio 1. Aankomst: 24-12-1685 Batavia. DAS- en reisnr: 1502.6. Dit schip verging op 18-09-1686 toen het naar Siam vaarde.
* Kamer van Zeeland WIC George D' Elmina Verkoop van Goederen (in t casteel 's George d' Elmina).
Ingang 1.05.01 (01 of 02); 1e afdeling WIC Kamer van Zeeland Soldijboeken * 1680 inventarisnr. 1008B. : 1680 Verkoop van nagelaten en met de dood ontruimde goederen bij Nicolaas Pietersz van Middelburg, onderchirurgijn, alles volgens de inventaris aan den geannexeerde en gedaan door orde van de Ed.Hr.dir.gen. Daniel Verhoutert, op't kasteel St. George da Mina dese 22 martij 1680: - 1 bultsack - Michiel Jolijn - f. 14:5:-;
* 1682 inv.nr. 1008C: Verkoop van nagelaten goederen van Daniel Schuijen van Vlissingen, schipper, allervolgt de inventarisatie van des geannexeerde en gedaan door orde van de Ed.Hr.dir.gen. Daniel Verhoutert in't casteel St. Georg da Mina deses 20 juni 1682: - 10 prince messen - Michiel Jolijn - f. 10:-:-; - 10 prince messen - Michiel Jolijn - f. 10:-:- ; - 't Vergulde licht der Zeevaert - Michiel Jolijn - f. 3,-,-.
* WIC 1e Afd. 1689/90 : 1689 : inventaris gedaan maken door order van den Ed.Hr.dir.gen. Nicolaas Sweerts van de goederen nagelaten bij Jan Baptist van Rijsel, soldaat, uitgevaren voor de Ed. camer Zeeland. 1 Schip West Sou(den) in den jaar 1687, is sonder enig testamentaire dispositie overleden op 't fort Crevenceur tot Craa. In Guinea desen 10 juni of januari 1689; - opsomming van de bezittingen ; aldus bevonden en geïnventariseert ter presentie van Abram van Nijpoort en Michiel Collijn, Ad Sistent, als getuigen hierover geroepen, ten dage, maanden en jaar, als boven, was getekent Abram van Nijpoort, Michiel Collijn. In margini stonds mij present Joh. Stijnswoorth. 1690 : Inventaris gedaan maken door order van de Ed.Hr.dir.gen. Joel Smits van de goederen nagelaten en met de dood ontruimt bij Andries Jansen van Hest in Brabant, adsistent, uitgevaren voor de Ed, kamer Zeeland met het schip d' Poelwijck, in den jaar 1677, is sonder enige testamentaire dispositie overleden in 't fort St. Anthonis tot Axem den 11 maert 1690 in Guinea.; - opsomming van goederen ; Aldus geinventariseert en gedaan ter presentie van den adsistent Aernout Kalkoen en Mighiel Jolijn, chergiant, als getuigen hier overgestaenDatum ut supra, onderstaande Aernout Kalckoen, Mighiel Jolijn.
* Inventarisnr. 1009F 1692 : Verkocht de nagelaten goederen van wijlen de vaendrager commandant Jan Dankerts van Axel, alles volgt den inventaris hier aan geannexeert gedaan in order van Ed.Hr.dir.gen. Joel Smits in 't casteel St. George d' Delmina desen februari 1692: - 2 stuks orangie scharpen - sergian Jolijn - f. 4:10:- ; - 2 stuks witte mouwen - Jolijn - f. 1:-:-.
* Inventarisnr. 1010C 1695 : 15 gber 1695 : nagelaten goederen van Evert Jansz van Campen verkocht aan o.a. : - 16 bossen tabaksbladen - Michiel Jolijn - f. 9:5:-
* Inventarisnr. 1010F 1698 : 4/5/6 augustus 1698 overleden Lodewijk van der Straten, van Middelburg, oppercommies, uitgevaren met het schip de Gouden Poort op 27 december 1697. Alhier op 17 maart 1698 aangekomen : - gekocht doo Michiel Jolijn : - 1 nieuw gestreepte tijktebroek - f. 5:10:- .; - 1 lapje gedrukt satijn - f. 17:-:-. ; - 1 stukje Oostindisch neusdoeken - f. 9:5:-. ; - 1 nieuw tafellaken f. 4:5:-. ; - 6 (nieuw, daarvan 1 gebruikt) servetten - f. 7:10:-. ; - 3 linnen hemden zonder kant : half sleten - f. 10:15:-. ; - 3 katoenen dassen zonder kant - f. 8:10:-. ; - 2 een wijnigk (weinig) kleijnder - f. 6:-:-. ; - 2 schuim spaenen (= schuimlepel: platte lepel met gaatjes en lange steel om het schuim van kokende stoffen te verwijderen) - f. 1:10:-. ; - 1 ketting met een silvere knop - f. 13:-:-. ; 1 half kantje boter - f. 26:-:-. ; 3 holle taback - f. 5:10:-. ; - 8 peper - f. 8:-:-. ; 1 vat luiks bier - f. 56:-:-. ; - 1 bijbel oud - f. 2:-:5.
1699: 13 juli 1699, overleden Huijbert, tandassistent: gekocht door Michiel Jolijn : - 5 1/2 geel laken - f. 40:-:. ; - 1 rode pelang - f. 18:-:-. ; - 1 dito geel - f. 17:-:-. ; - 19 el gecoleunt (gekleurd) frans stoft - f. 19:-:-. ; - 3dn gouddraatse knopen tot rokken - f. 7:-:-. ; - 5 camisools knopen tot rokken (camilsool = tricot vrouwenhemd) - f. 6:5:-. ; - 1 clofje gouddraad - f. 4:10:-. ; - 1 holle Hollandse tabak - f. 26:10:-.
1702 : 18 januari 1702 overleden Jan du Pree (of Pas) van Middelburg, commies. Augustus 1695 met hetr schip Brigdamme uit de spleet gevaren. Gekocht door Michiel Jolijn : - 1 pr. cabriten (geitenleren handschoenen?) - d: vaandrigh Jolijn - f. 33:-:-. ; - 1 pr. cabriten - d: vendrig Jolijn - f. 14:-:-.
* 27-09-1702: overleden Daniel Pots van Vlissingen, equipagemeester. Uitgevaren met het schip de Craanvogel, uit de spleet, februari 1700. Gekocht door Michiel Jolijn. : - 5 witte neusdoeken - f. 4:-:-. ; - 1 pr. slaaplaken met kant f. 29:-:-. ; - 2 bontsmutsen - f. 8:10:-.
* 1705 : Primo gber 1705 overleden Joan Radermaecker jnr. Gekocht door Michiel Jolijn : - 1 p parhall - f. 3:-:-. ; - 1 plattillous en lapine par half - f. 3:-:-. ; - 1 spiegel - f. 10:-:-. ; - 2 Ingtleeningstoll (?) linning stoel i.e. Engels - f. 2:11:-. ; - 6 feijn porcelijn coppins en 6 schotels - f. 4:-:-. ; - 1 zijd paviljoen (tent) - f. 25:-:-. ; - 2 hemden waaronder 1 met kant - f. 3:5:-. ; - 2 dito in een half met kant - f. 7:10:-. ; - 8 servetten en een tafellaken - f. 11:-:-. ; - 1 lappine en cattillous - f. 1:-:-. ; - 1 degen met een silverden gevest - f. 24:1:-.
1706 : 7 maart 1706 overleden generaal Wilhem de la Palma, de directeur generaal. Gekocht door M. Jolin : - 2 ligte Blauwe pannen - M. Jolin - f. 13.:-:-. ; - 2 kleine pane in zoort - M. Jolin - f. 22:-:-.
Jaar ? (herchecken, mogelijk zelfde jaar) overleden Cornelis Keijser, opperchirurgijn. : 1 blaaker (lage kandelaar met brede platronde voet), luijter en een blaasbecker - de heer Jolijn - f. 4:-:-.
* Geen gegevens gevonden in Soldijboeken WIC 1e afd. Kamer van Zeeland: 1012A 1707 ; 1012B 1708 ; 1012C duplicaatboek Litra W. kamer Maze ; 1012D 1710 kamer van Zeeland ; 1012E 1711 ; 1012 F 1712 ; 1012G 1713 ; 1012H 1714 ; 1012I 1715 ; 1013A 1716 ; 1013B 1717 ; 1013C 1718 ; 1013D 1917 ; 1013E 1720 ; 1013F 1721 ; 1013G 1722 ; 1011A 1699 ; 1011B 1700 ; 1011C 1701 ; 1011D 1702 ; 1011E 1703 ; 1011F 1704; 1008A 1679 ; 1008D 1682 en 1683 ; 1008E 1683-1684 ; 1008F 1684-1685 ; 1008G 1685-1686 ;
 
*Door De Palma naar St. Jago verbannen. Na de Palma's dood weer in functie teruggezet als opper-vaandrig.
 
Gevonden ene Isaac Yolin, fels de Michel huwt te Magdebourg 3 mei 1699 met Susanna le Brun (familie?) gevonden in GA Amsterdam.

Gehuwd voor de kerk circa 1695 te Elmina (Ghana), niet gehuwd, de zoon was natuurlijk. Echtgenote is
1977 Cecilia de SWARTIN, geboren te Ghana.
Uit dit huwelijk:
1.  George (Jolijn) (zie 988).

1978 Symon KERFBIJL, koopman, onderboekhouder, boekhouder van de WIC, later Opperboekhouder, gedoopt op 17-03-1647 te Amsterdam (N.Z. kapel), overleden op 17-04-1711 te Amsterdam op 64-jarige leeftijd, begraven op 21-04-1711 te Amsterdam (Westerkerk), * grafnr. 42 achter in de kerk link bij de pilaar voor het balkon, f. 8,- (Bron: J.C. Verhage)
* boedelscheiding bij notaris L. Meyer 1711
, * Sijmon Kerfbijl koopt een huis in de Heisteeg, Wijde hoek, Herengracht, jaren 1682-1683. Bron: Kwijtscheldingen.
Check: De Wapenheraut dl. 1920; Journal o.t. Dutch Burgher Union of Ceijlon dl. 1912, p. 21 (Journ. Ceijl.)
 
Wapen: in zilver een man, gekleed in een bruine jas, broek en kousen, zwarte schoenen en gedekt met bruine houd, staande in gebukte houding naar rechts gewend op grond van natuurlijke kleur en houdende met beide handen een bijl van natuurlijke kleur (zie wapenbord in het makelaarskantoor op de NZ Voorburgwal te Amsterdam). Bron: Nederlands Patriciaat.
Zoon van Cornelis Jans KERFBIJL (de Oude) (zie 3956) en Marietje Symonsdr. RAAP (zie 3957).
Ondertrouwd (1) op 13-03-1669 te Amsterdam met Anna Valentina van MEYERT, geboren circa 1648 te Amsterdam, begraven op 16-11-1682 te Amsterdam (Westerkerk), f. 8,-, * check Amstelland Van Meijert-Kerfbijl, nr 26+27 mei 1997. Dochter van Hendrick van MEYERT, makelaar te Amsterdam, en Susanna COUVREUR.
Gehuwd voor de kerk (2) op 42-jarige leeftijd op 24-12-1689 te Amsterdam met Sara GEESTEVELD (zie 1979).
Uit het eerste huwelijk:
1.  Maria, gedoopt op 25-04-1670 te Amsterdam (Westerkerk).
2.  Cornelis, gedoopt op 15-07-1671 te Amsterdam (N.Z. kapel).
3.  Henderick, makelaar (21-06-1722 pooterboek), gedoopt op 27-12-1673 te Amsterdam (N.Z. kapel).
4.  Susanna, gedoopt op 26-11-1676 te Amsterdam (Oude kerk), begraven op 17-07-1699 te Amsterdam (Westerkerk) op 22-jarige leeftijd.
5.  Johannes, gedoopt op 12-10-1678 te Amsterdam (Nieuwekerk), was uitlandig in 1711.
6.  Abraham, gedoopt op 09-03-1681 te Amsterdam (N.Z. kapel).
Uit het tweede huwelijk:
7.  Anna Maria (zie 989).
1979 Sara GEESTEVELD, geboren te Maarssen, begraven op 22-11-1715 te Amsterdam (N.Z. kapel) 4e Cl. Dochter van Burgaert Harmensz GEESTEVELT (Burgert) (zie 3958) en Catharina (Trijntje) CARSTENS (Carstens; Stael) (zie 3959).
Uit dit huwelijk: 1 kind (zie onder 1978).

1980 Arnold FRANCKEN, stadsapotheker, meester van de kramersgilde, gedoopt op 07-10-1641 te Doesburg, begraven op 27-10-1706 te Zutphen op 65-jarige leeftijd, * Anno 1664 bl. 121, bl. 103 bl. 57, heeft Arnoldt Francken (no. 22) het gilde gewonnen. ; 21-07-1687. Bron: Kramersgildeboek no. ta aanvulling.
Arnold Francken Fl. 12,12,00 (16-02-1664) Bron Deel II Oud Archief Zutphen 842 1630-1690. (lid gew. 18-02-1664 blz 54, 57, 60v, 100v, 103, 1696, ws. niet meer verm. 1708)
* vol.pr. 22-05-1680, Arnt Francken krijgt cessie van obligatie a f. 500,- t.l.v. nu overleden Wilhelmina Morgenstern (en Swanilla Eggincks) ond. verb. v. huis en hof (achter de Beitel) d.d.27-04-1672, van stiefvader en moeder, Peter Curtenius, schepen en Agneta Tamelincks.
vol.pr. 15-09-1683 Arnt Francken is erfuiter van moeder Agneta Tamelinck, weduwe van schepen Petrus Centenius en machtigd iemand.
* 13-02-1660 ingeschreven als student in de medicijnen te Leiden. Mocht in 1677 medicamenten leveren bestemd voor de militie. Aan het Bornhof de diaconie en beide weeshuizen mocht hij medicamenten leveren vanaf 16-02-1685. Hij mocht tevens doorgaan met het leveren van medicamenten aan het Oude en Nieuwe Gasthuis. Tegelijkertijd wer hij tot stadsapotheker aangesteld zonder tractement. Dit hield in dat de bovengenoemde instellingen nu verplicht waren hun medicamenten bij hem te betrekken. Na zijn overlijden mocht zijn weduwe Geertruid van Dillen bij resolutie van 1 maart 1707 als stadsapothecaresse het bedrijf voortzetten.
* De vijzel van Arnold Francken staat heden ten dage in het kasteelmuseum van Krakau in Polen, het randschrift luidt: Arnold Francken me fundere jussit 1683 en met het wapen van Deventer (Adelaar) erop. De vertaling luidt: D.i. Arnold Francken liet mij in 1683 gieten.
 
Erven Franken = Arnolt Francken, apotheker x Geertruyt van Dillen en J. Velp x Johanna Francken; Verkoop erven Francken aan Faes Janssen van Monsou
Datum: 04-02-1693 (= volgnr. 15462)
Straat: Nieuwstad
Belending: De Koninck van Denemarcken (86 kad. 498)
Belasting: 1 st. thyns / f 790,-
Verponding: 87
Kadaster: F 497
 
Verkoop erven Francken aan Peter van Olphen.
Datum: 30-06-1683 (volgnr. 17507)
Straat: Broeren Kerkhof
Belending: hoek Apenstert
Belasting: f 400,-
Verponding: 691
Kadaster: F 990 991 992 993
 
Check rekening 3139-7 Doesburg; en een pakketje met blaadjes nooit meer geopend. Betreft een authorisatie van de here schepene Curtenius en apotheker Arnoldus Francken (onduidelijk te lezen).
 
Zoon van Abraham FRANCKEN (zie 3960) en Agniete TAMELINCK (zie 3961).
Ondertrouwd op 28-08-1664 te Zutphen, hij burger wonende alhier met de 18-jarige
1981 Geertruid van DILLEN, stadsapothecaresse (01-03-1707), gedoopt op 07-05-1646 te Zutphen, * Per 1 maart 1707 weduwe van Arnold Francken gecontinueerd, medicatie aan Gasthuis voor de militie; 17-07-1712 bij haar overlijden is haar zoon D. Franken daarmee gebeneficeerd. Dochter van Herman Otto van DILLEN (zie 3962) en Hendersken Derics BALTINGS (zie 3963).
Uit dit huwelijk:
1.  Henrica, gedoopt (ned. ger.) op 09-07-1665 te Zutphen, overleden voor 1668 te Zutphen.
2.  Herman Otto, pred. te Zelhem, gedoopt (ned. ger.) op 28-10-1666 te Zutphen.
3.  Henrica, gedoopt op 16-09-1668 te Zutphen, begraven op 14-10-1765 te Zutphen op 97-jarige leeftijd, * zoek boedel waarin het huis in de Kuiperstraat te Zutphen vermeld is, die zij bezat, komt later in bezit van Thooft.
* Res. 24-01-1778, huis in haar boedel. (huis, hof en stal binnen dese stad in de Water- en Kuijperstraten, staande ende gelegen, mitsgaders van het hofjen op den Marspoortenwal gesitueerd (vermoedelijk laatste hofje werd al theehuis gebruikt.)).

4.  Anna Catharina, gedoopt (ned. ger.) op 27-09-1672 te Zutphen. Weeskamerarchief, nr. 137. Zutphen; x Hoofs p. 166 fiche 96 vervolg 24-01-1749 fo. 275, + 19-04-1752 Zutphen. Huwt 11 bet 1716.
5.  Abraham, rector van de latijnse school te Doesburg, lid van de kramersgilde, gedoopt (ned. ger.) op 06-06-1675 te Zutphen, begraven op 30-06-1739 te Doesburg op 64-jarige leeftijd, * Opening v.d. test. dispositie van 01-06-1763 van Louis Meijs. Betreft: Hendrica Franken, Abraham Franken (zoon van Arnold Franken en Elisabeth de Leus); Gerarda Bourgeois (dr. v. Pieter Bourgeois en Agnita van Bronkhorst); Mechteld Wolff (dr. v. Willem Wolff en Johanna van Nimwegen)
.
Gehuwd voor de kerk op 20-jarige leeftijd op 15-09-1695 te Zutphen met Johanna WUNNINCK, 25 jaar oud, gedoopt op 03-07-1670 te Doesburg, begraven op 18-07-1755 te Doesburg (kerk) op 85-jarige leeftijd, dochter van Jan Wunninck en Eva Engelen.
6.  ds. Gerhard, professor phil. en medicine te Steinfurt, gedoopt (ned. ger.) op 10-06-1677 te Zutphen, overleden te Burg-Steinfurt op 44-jarige leeftijd, begraven op 06-02-1722 te Zutphen. Binnenkomende burgers Deventer: Gerhard Franken van Zutphen, medisch dr. 24-04-1702.
Gehuwd voor de kerk op 25-jarige leeftijd op 25-07-1702 te Deventer (ned. ger.), hij medisch docter van Zutphen wonende aan de Brink; zij dochter van predikant Arnold Moonen en de Langeb. straat met Catharina Adelheid MOONEN, geboren circa 1677 te Hardenberg (gezindte: ned. ger.), begraven op 12-04-1764 te Deventer, * Catharina Adelheid Moonen, weduwe van de heer professor Franken, een uur met alle klokken en baar in de kerck f.8-8. Dochter van Ds. Arnold MOONEN (zie 1982) en Catharina Aleida OSICIUS (zie 1983).
7.  Dirk, gedoopt (ned. ger.) op 12-02-1679 te Zutphen, overleden voor 1685, begraven op 04-04-1689 te Deventer? * 1 uur de grote klok voor D. Francken f. 4-8????? Andere Derk?
8.  Agnieta, gedoopt (ned. ger.) op 03-11-1680 te Zutphen.
9.  Janna, gedoopt (ned. ger.) op 13-06-1683 te Zutphen.
10.  Derck (zie 990).

1982 Ds. Arnold MOONEN, predikant eerst te Hardenberg daarna te Deventer, Neerlandicus, dichter, kerkleraar, historicus, gedoopt op 25-08-1644 te Zwolle, overleden op 17-12-1711 te Deventer op 67-jarige leeftijd, begraven op 22-12-1711 te Deventer (Lebuinuskerk), * 1 uur alle klokken over D. Arnoldus Moonen, geen rekening vermeld.
* grafsteen in betreffende kerk met alleen de naam Moonen vermeld.
* Sittert; Lemker Drn. Schepenen: Erschenen de Weled. Jor. Ernest van Rhede toe den Parkelaar, en bekende voor hem en sijne erfgenamen, uit sonderlinge redenen en motiven bij vrijwillige donatie gecedeerd ende getransporteert te heben, doende sulx in en vermids desen aen de Eerwaarde Arnold Monen, predicant alhier, desselfs huisvrouw en Erfgenamen sekere dubbelde groeve alhier in de Grote- of Lebuiniskerke ter zijden het Choor op de 29sten rijge, gelegen, tusschen die van de Ed. Ontfanger Henrik Jordens ter regter ende van de Burgerlieutenant Lodewick van Ril ter slinker zijden; soo ende invoegen als van sijn Welld: voorouders heeft geerfd: daar van aen en ter behoeve van sijn Eerw: desselfs huisvrouw ende erfgenamen: vertijende en afstand doende, soo en als alhier regt ende gewoonheid is: Sonder argelist: Actum coram D:D: pts. Scabinis den 29 september 1702.
* Lijst van predikanten sinds 1560. Predikantenlijst Deventer.
* Zie ook: Nieuw Nederlands Biografisch Woordenboek, P.C. Molhuysen, zie ook de Winkler Prins.
* Deventer huizen: rode klappers invnr 306 1729-1750, blauwe klappers 293-306: wed. Arnold Moonen, koop huis en erf in de Polstraat d.d. 04-05-1733 pag. 330.; N.N. wed. Moonen Polstraat, d.d. 20-12-1737 pag 594 (!).
* Invnr. 199, 280-288 (rode klapper), Deventer Renuntiatien 1668-1712: Moonen (Monen), Arnold: 27-09-1702, predikant.
Naam: Arnold Moonen, Gekomen van: 16-02-1679 Hardenberg, Vertrokken naar: 1711 emeritus
* Rijksprentenkabinet Amsterdam Rijksmuseum: A. Moonen, miniatuur door A. van Halen no. 5142 (2); A. Moonen, miniatuur door C. Kelder no. 5141 (1) afgebeeld F. Boonen Sc.
Den Haag J.B. 4060 kleine doos XVIII A. litho. borststuk aanziend 1 mr re gewend C2397 N.
* Arnold Moonen NNBW dl VIII blz. 1172; schilder C. Kelder portret door F. Boonen in zwarte kunst gegraveerd. A. van Halen schilderde miniatuur, verbetert door J.M. Quinkhard; Panpoeticon batavum Rijksmuseum Amsterdam; J. Vermeulen schreef in 1939 versen op.
* Album Studiosorum Academiae Groninganae : Rector Henrico Eijssonio : 1666, 1 oct. Arnoldus Moonen, Zuolla-Salius, a. 22, Teol.
* D. Arnoldus Moonen, bedienaer der Godtlijcksen woordts alhijr, bij schepen en Raadt voor hem en sijn dochter mette volle burgerschap gratis voorsien, wesende, heeft den burgereedt daertoe staende in forma gedaen. Actum coram Com. Boschholt, den 24 november 1679. Bron: Burgerschapsboek Deventer bl. 531.
* Heraldisch wapen: 3 wassende manen in goud op een veld van keel (in het studentenboek staat echter: 3 wassende manen in goud op een veld van zilver), helmteken een volle maan.
* Zijn spreuk betekende (behorende bij zijn wapen): goed en stralend, of deugdelijk en stralend.
* Bron: HCO, toegangsnummer 285.1. Archieftitel Duplic. Coll. Stukken afkomstig van de Ver. Beoef. van het Overijssels Reght en Gesch. 3.1.1. onder Collecties, stukken van persoonlijke aard. Nummer 526 Brief van Arnold Moonen, predikant te Deventer, aan N.N. betreffende een vergoeding voor verleende diensten. Datering: 1702. Omvang 1 stuk. Tevens onder Collecties: 3.3.1. Boeken, pamfletten, publikaties etc. Nummer 717 Viertal brieven van Arnold Moonen, overdruk uit Overijsselse Almanak voor oudheid en letteren van brieven uit 1682, 1684, 1700, 1702 van de Deventer predikant Moonen, 1855 gedrukt. 1 stuk. Oude Orde van Gevers 093, v. Dedum 1210.
* Bron: Haags Gemeente Archief. Toegangsnr. 0046-01 Archief Titel: Dichtlievend kunstgenootschap ondder de spreuk 'Kunstliefde spaart geen vlijt' sedert 1818. Holl. Maatschappij v. Fraaije kunsten en wetenschap. Afd. 's-Gravenland. 14. Bijlage 2 Tafel op plaatsingslijst nr. 329. 5. Brief van Arnold Moonen (1644-1711) aan Gerard Brandt. Datering 04-11-1676
* www.focquenbroch.nl betreft Arnold Moonen, UBA Hs. XXIII AII. i.v.m Album Amicorum. Zie Fumus.
* check: Overijsselse almanak 1855 + dl 10; van Rappard: Overzicht ener verzam. alba amic. uit de XVIde en XVIIde eeuw, in de werken der Maatsch. Nederl. letterk. te Leiden; GN 1981 Familie Mentink (bevat gegevens van Moonen) A4 ringband;
* Acta Hervormde Kerkeraad: 1675 6 dec.; Bij de Hooggaende predikanten, ex d.d. groote nommatie gebracht zijn noch gevoeght D. Moonen predikant tot den Hardenbergh, D. Grootehuijs predikant tot Robeen, D. Colonie predikant tot Nieuwegein en D. Grevensteijn, predikant tot Heino. ;
- 16-12-1678 Act een groote nominatie waar onderdeel zijn als volgt als 3e genoemd in de lijst Moonen tot den Hardenbergh. ;
- 09-01-1679 zijn gebleven op de kleine nominatie als 3e genoemd D. Moone, predikant tot Hardenberg. ;
- 16-01-1679 Het kleine getal der 5 genomineerde predikanten bij scheepenen en geaccordeerdt sijnde om een daeruijt ten dienste van onse kerck te eligeeren soo is bij meerderheijt der stemmen tot ordinairir leeraer desen gemeente verkooren: D: Arnoldus Moone, predikant tot den Hardenbergs om approbatie over dese gemelde beroepen te versoecken zijn daertoe gedeputeert D. Remmica ende de ouderlingen Gerrit Marienborgs en Arend van Sugtelen, hebbende achte Magistraete de beroeping te selven daage geappobeert, Dit de vergadering voorgekomen hebben om sijne de beroepinge op te vragen en loste maecken / daertoe gedeputeerd de bovengemelde ouderlingen en D. Renninck. ;
- 28-01-1679 De Geconim. n.d. Hardenbergh om D: Arnoldus Moonen te beroepinge in de geseegde des heeren heeft aengenomen ende daarop van de gecomm. kerckeraed aldaer, als meede van de (?) was ontslagen gelijk blijkt bij haerd overgeleverde getuigenissen, zijn de heeren gedeputeerde naar haar moij te bedankt, en also nastgestelt op aenstaande Sondags de 1e proclamatie te laaten geschieden en daarop 14 daagen daer na de bevestigd.; - 28-06-1680 jaarmarkt;
- 20-06-1681 zijn binnengestaen D. Michielsen en D. Monen respectievelijk predikant tot Holsten en Deventer als Gedep. v.d. Eerw. Classis van Deventer welke nae de roelstant van des gem. vernomen hebbende en alles tot genoegen bevonden, wat er tot Stigtinge nog te noden zijn. zijn haar eerw. bedanckt, voor deze aangename moeite e.d. zegen des heren vorders toegewenst tot de visitatie van de andere kerken. ;
- 03-07-1682 m.b.t. herbergiers;
- 11-06-1683 absent op vergadering;
- 06-08-1683 Abraham Franke predikant tot Ostmarsen aanwezig in vergadering. ;
- 21-12-1683 Monen absent ; etc. ;
- 27-10-1710 zich wegens ouderdom en lichaamszwakte geen moed vinde om de tegen de zware winterdienst op en vraagt emeritaat op dezelfde voorwaarden als Ds. Casparis Sibelius verg. committ. praeses, scriba, oud Hendrik Jorden en ontvanger Jordens, plus voorz. diaken Vriesendorp, dat u mag. voor te dragen. ;
- 19-01-1711 verzoek tot opstellen nieuwe nominatie voor Moonen;
- 02-03-1711 volgt op Ds. Johannes Herm. Brendar a Brandis tot Overschie.
Zoon van Isaack MOONEN (zie 3964) en Anneken ARENTS (ARENT ALBERS) (van Goor) (zie 3965).
Gehuwd voor de kerk 09-1676 te Brandlecht, ingezegend door Ds. Nic. Metelerkamp, 1658-1679 predikant te Brandlecht. Echtgenote is
1983 Catharina Aleida OSICIUS, geboren circa 1654 te Brandlecht, begraven op 07-01-1740 te Deventer (Lebuinuskerk), * mevrou Moonen, een uur met alle klokken en baar f.8-8.
* Inv.nr. 199, 280-288 (Rode klapper) Renuntiatien 1668-1712; Arnold Moonen 15-11-1710 predikant, Catharina Aleida Osicia, zijn vrouw.
* Aangekomen vanuit Hardenberg Catharina Adelheid Osicia, vrouw van Arnoldus Moonen, Pasen 1679 Deventer. Bron: Register van belijdenis met attest vertrokken en ingekomen Deventer.
* Pag. 330, Blauwe Boek 294. Nilant Gerhard Dapper, Dren Schepenen. Erscheenen ProcE Josias Sluijsken, in qualiteit als volmagtiger van Dr. Wilhelm Suijder, luid procuratie voor Dirk Brouwer, Scholdes des ampts Epe, en Gerijdsluiden Willem Brouwer en Gerrit Willems Bannink, op den 4den november 1732 op comparant gepasseert, alhier vertoond, geleesenen vanwaar den erkend, dewelke verklaarde voor een somma van penningen ten genoegen voldaan en betaald, verkoft, gecedeert ende overgedragen te hebben (July doende bij deesen) aan vrouw Catharina Adelheid Osicius, weduwe van wijlen de Heer Arnold Monen, in leeven predikant alhier ende haar ?Eus?(lieden) Erfgenamen sijns comparants pricipaals Erve en huis met deselfs regten geregtigheid ouden en nieuwen toebehoor, als en dependentien van dien in staande ende gelegen alhier in de Polstraat naast huisen van de Vrouw Abdisse van der Honnep ten eenre, en van de Heer Middagten tot Vriesewijk ten anderen zijden; daar van ten erffeliken procide en behoeve van de vrouw Koperse vertijende ende afstand doende, gelijk alhier regtende gewoonte is. SHL actum in coram. pcds. D.D. Scabiuis den 4 maij 1733.
* Pag. 594 Blauwe Boek 295 (betreft aanlengende bewoners). Jacobson, Hendrik Gerhard Jordens, De Heren Schepenen. Erschenen Reindert Willem van Middagten en bekende voor een sekere summa penningen hem comparant ter genoegen voldaan en betaald, verkogt, gecedeert en getransporteert te hebben, sulks doende kragt deses aan de Heere Burgemeester Joan Arnold Rouse, desselfs huisvrouw en Erfgenamen sijn Erve en huis met desselfs regt en geregtigheid ouden en nieuwen toebehoor, staande en gelegen alhier in de Polstraat naast het Oude Mannenhuis ten eenre en het huis van de weduwe van wijlen de predicant Monen ten anderen sijde. Daar van ter erffelijke profijtte en behoeve van voorn. koper en vertijende en afstand doende, gelijk alhier regt en gewoonte is. Sonder arg of list. Actum coram pdts. D.D. Scabinus den 20 december 1737.
Dochter van Wenceslaus OSICIUS (Vozic) (zie 3966) en Adelheid van BENTHEIM (zie 3967).
Uit dit huwelijk:
1.  Catharina Adelheid, geboren circa 1677 te Hardenberg (gezindte: ned. ger.), begraven op 12-04-1764 te Deventer, * Catharina Adelheid Moonen, weduwe van de heer professor Franken, een uur met alle klokken en baar in de kerck f.8-8.
Gehuwd voor de kerk op 25-07-1702 te Deventer (ned. ger.), hij medisch docter van Zutphen wonende aan de Brink; zij dochter van predikant Arnold Moonen en de Langeb. straat met Ds. Gerhard FRANCKEN, 25 jaar oud, professor phil. en medicine te Steinfurt, gedoopt (ned. ger.) op 10-06-1677 te Zutphen, overleden te Burg-Steinfurt op 44-jarige leeftijd, begraven op 06-02-1722 te Zutphen. Binnenkomende burgers Deventer: Gerhard Franken van Zutphen, medisch dr. 24-04-1702. Zoon van Arnold FRANCKEN (zie 1980) en Geertruid van DILLEN (zie 1981).
2.  Geertruid, gedoopt op 09-12-1679 te Deventer, jong gestorven, jong overleden.
3.  Margaretha Elisabeth, gedoopt op 12-11-1682 te Deventer, begraven op 13-03-1741 te Deventer (Lebuinuskerk) op 58-jarige leeftijd, ongehuwd gestorven.
4.  Liberta (zie 991).
5.  Anna Geertruid, gedoopt op 10-09-1689 te Deventer, begraven op 07-02-1761 te Deventer (Lebuinuskerk) op 71-jarige leeftijd, * juffr. Anna Geertruijd Moonen, een uur met alle klokken en baar f. 8-8. ongehuwd overleden.

2008 Derk LAURENS.
Gehuwd voor de kerk (1) voor 1733 met Aaltie AALBERTS (zie 2009).
Ondertrouwd (2) op 13-12-1733 te Vorchten, gehuwd voor de kerk op 19-12-1733 te Vorchten, hij weduwnaar van Aaltie Aalberts (zie Veessen nr. 181), zij weduwe van Teunis Henrics (zie Veessen nr. 181) met Johanna CORNELIS.
Uit het eerste huwelijk:
1.  Gerrit DERCKS (Dirks) (zie 1004).
2009 Aaltie AALBERTS.
Uit dit huwelijk: 1 kind (zie onder 2008).

2010 Hermen THEUNIS.
Gehuwd voor de kerk op 18-03-1701 te Veessen (getuige(n): check) met de 15-jarige
2011 Hendrijkjen BERENTS, gedoopt op 09-04-1685 te Veessen, dochter van Berent JANS (zie 4022).
Gehuwd voor de kerk (1) op 15-jarige leeftijd op 18-03-1701 te Veessen (getuige(n): check) met Hermen THEUNIS (zie 2010).
Ondertrouwd (2) op 23-12-1713 te Veessen, gehuwd voor de kerk op 28-jarige leeftijd op 14-01-1714 te Veessen, hij jongeman van Olst, wonende te Veessen, zij weduwe van Herman Theunis met Jan LAMBERTS, geboren te Olst.
Uit het eerste huwelijk:
1.  Eva HERMS(z) (zie 1005).

2012 ws. Jan ALBERTS.
Relatie met
2013 ws. Anne JACOBS.
Uit deze relatie:
1.  Albert JANSEN (zie 1006).

2028 Hendrik FRIESENDORP, burger van Ommen (24-05-1676), koopman (1684-1695), burgemeester (1700-1726), gedoopt op 06-05-1645 te Deventer, overleden na 1726 te Ommen, na 31 juli, zoon van Jan FRIESENDORP (zie 4056) en Geertjen Jansdr. KALFF (zie 4057).
Gehuwd voor de kerk voor 1676, voor 24 mei met
2029 Lubbe LUBBERS, overleden na 1720, na 17 oktober, dochter van Lubbe GEERSEN (zie 4058) en Janneken DERKS (zie 4059).
Uit dit huwelijk:
1.  Jan, schoolmeeser, secretaris (1711-1765), burgemeester te Ommen, geboren circa 1683, waarschijnlijk niet te Ommen. Zutphen? Deventer? Begraven op 13-02-1765 te Ommen, hwut 1) 15-01-1719 Ommen, Anna Catryna Helmichs, 2) 01-05-1730 Nieuwleusen met Aleijde de Vries.
2.  Gerrit (zie 1014).

Generatie XII
 
2048 Hendrick BOSCH, zoon van Evert Jansz BOSCH (zie 4096) en Jantgen (zie 4097).
Relatie.
Uit deze relatie:
1.  Evert Hendricksen (Evert Bos den Oude) (zie 1024).

2052 Jan Petersen van WAECKER, brouwer, veenraad, cameraer, buurmeester, geboren circa 1596, begraven op 18-11-1673 te Veenendaal, * Luid- en begraafgelden te Veenendaal 1574-1810: 1673-1674 (VA-K 59); Rekeninge, bewijs en reliqua van den ontfanck en uytghieft die Aerjen Jansz als kuster na de doot van Lubbert Sandersz over de gerechtichheyt van de kerck gehadt heeft begonnen op den 21 october anno 1673. Ontfanck. - Den 18 november Jan Peter Waker voor de gerechticheyt f. 0-4-0. * 2188-3, procuratie, notaris Jacob Boumeister, d.d. 21-08-1674 Veenendaal: Gerrit Metman, Jeurriaen Jansz en Aelbert Steck, curatoren over de nagelatene boedel van wijlen Jan Petersz Waecker, benoemen Pieter van Sompeeken, procureur voor het hof van Utrecht, tot het voeren van een proces.
* 2189-80, notaris Christoffel Boumeister, d.d. 09-07-1683, Veenendaal. Anthonij de Bijll, voor hem en zijn vrouw Jannichge Cornelis van Eijckevelt, vorens gehuwd geweest met Marcelis Jans Waecker end Rijck Jans van 't Sant, maeckt machtich Adriaen van Wijck, procureur voor het gerecht van Rhenen, speciaal in sijn comparants saeck tegen Aelbert Steck ende de vordere crediteuren des boedels van Jan Peters Waecker.
* 2189-89, notaris Christoffel Boumeister, d.d. 21-09-1683, Veenendaal. Anthonij de Bijll, voor sich selve ende mede als man ende voocht van jannichge Cornelis van Eijcevelt, die te bevorens getrouwt is geweest aen Marcelis Jans Waecker ende oock aen Rijck Jans van 't Sant, ende geconstitueerdt ende machtich gemaeckt te hebben sulcx den selven is doende bij desen, den Edele Johan van Amerongen, procureur voor den Edele Gerechte van Rhenen, in omnibus ad lites, in communi forma, cum potestae substituendi ende specialijck in sijn comparants saecke als een mede crediteur des boedels van Jan Peters Waecker, op ende jegens Willem Jans Ebbenhorst; Belovende den comparant alles voor bundich en de van vollen weerden te sullen houden ende doen houden het gene bij den voornoemde geconstitueerde ende desselffs gesubstitueerde inde voorschreven saecke al gereets is gedaen en verricht, ende desent halven noch vorders sullen comen te doen ende verrichten, onder het verbant submissie ende renunciatie als nae rechten: Actum den 21e september 1683 in Venendael aende Stichtse zijde, ten huijse van Gerrit Hendricks Verhoeff, ten overstaen van Gijsbert Peters van Welhuijsen, ende Amelis la Feber als versochte getuijgen.
* 2189-90, notaris Christoffel Boumeister, d.d. 26-09-1683, Veenendaal. Willem Jans Ebbenhorst, machtigd Adraien van Wijck procureur voor het gerecht van Rhenen, de zaak jegens de crediteuren des boedels van Jan Peters Waecker en speciaal tegen Aebert Steck en Anthonij de Bijl, alsmede tegen de curateuren des voorschreven boedel.
* Bron: Luid- en begraafgelden te Veenendaal 1574-1810: - 05-08-1627: Hermen Brantsz en[de] Jan Petersz Wecker van elcx over een grafstede ontfangen XIIII gul[den] facit f. XXVI gul-0-0.
- 15-2-1683: Vercogt aan Aelbert Jansz van Raveswaeij een enckelde kercke graffstede, geteeckent met no. 19. Ende daer boven aende Oostzijde Cornelis Geurtsz van Manen, onder aende westezijde Jan Petersz Waecker, ter zijde zuijtwaarts Willem Gerrtisz Lam, ende noortwaarts Jan Cornelisz inde caerte naest aen geteeckent staen, ende dat voor de somme van vier ducatons tot 12-12-0.
- tussen april en september 1629: Evert Hermensz heeft gecoft van Jan Petersz Wecker als kerckm[eeste]r een grafstede legende in dese kercke in Veenendael voor de somme van f. XIII gul-0-0.
Zoon van Peter Hendricx WAECKER (zie 4104) en Jannigje Bartels CORNELISDR. (zie 4105).
Gehuwd voor de kerk (1) voor 1633 met Jannigje Jacobs van ESSEN (zie 2053).
Gehuwd voor de kerk (2) na 1633 met Marcelisdr.
Relatie (3) met Willemke JANS.
Relatie (4).
Uit het eerste huwelijk:
1.  Marcelis Jansz WAECKER (zie 1026).
Uit het tweede huwelijk:
2.  N.N. Begraven op 06-01-1626 te Veenendaal, * De gerechticheyt van [de] kerck van 't kynt van Jan Petersz Weecker comt f. 0-IIII s-0. 17-01-1626.
3.  N.N. Begraven op 18-03-1628 te Veenendaal, * De gerechticheyt voor de kerrick van 't kind van Jan Petersz Weecker f. 0-IIII s-0.
4.  N.N. Begraven op 07-04-1629 te Veenendaal, * Bron: Luid- en Begraafgelden te Veenendaal 1574-1810: Ontfangen voor de gerechticheyt van de kerck in 't openen van een graft ten behouve van Jan Petersz Weckers kynt gedaen f. 0-IIII st-0.
Uit de derde relatie:
5.  N.N. Begraven op 20-09-1625 te Veenendaal, * Jan Petersz Waeckers kynt van de gerechticheyt voor de kerrick compt. f. 0-4-0.
Uit de vierde relatie:
6.  N.N. Begraven op 03-10-1633 te Veenendaal, f. 0-4-0.
7.  N.N. Begraven op 16-10-1633 te Veenendaal, f. 0-4-0.
2053 Jannigje Jacobs van ESSEN, geboren te Rhenen, begraven op 21-02-1633 te Veenendael, * begraven de huysvrouw van Jan Petersz Weecker compt. van de gerechticheyt voor de kerrick f. 0-4-0.
Uit dit huwelijk: 1 kind (zie onder 2052).

2054 Joost Aelbertsz STECK, geboren te Rhenen, * - Bron Luid- en begraafgelden te Veenendaal: - 1630-1631 (VA-K 42): Anderen ontfanck van 't openen der graftstede; Den gerechticheyt voor de kerck van kyndt van Jooste Aelbertsz is vier st[uivers] dus f. 0-4-0.
* 1634-1635 (VA-K 42): vordere ontfanck van 't opnenen der kerckengrafsteden; De gerechticheyt voor de kerck van [de] huysfrouw van Joost Aelbertsz Stick comparanten. 0-IIII st.-0.
- 1635-1636 (VA-K 42): Volcht de v[er]copinge van [de] grafsteden in 't jaer 1636 bij hem ontfangen; Joost Aelbertsz f. 13-0-0.
Zoon van Aelbert STECK (zie 4108) en Elisabeth - (zie 4109).
Relatie (1) met Grietje Willems SNACK (zie 2055).
Relatie (2) met Anna JANS, dochter van Jan GIJSBERTS.
Uit de eerste relatie:
1.  Lijsbeth Joosten (zie 1027).
2.  Uliana Joosten (Ultje), geboren circa 1629 te Veenendaal, * lidmaten Buren 1638-1666 (I): d.d. 28-06-1646 Heijlcke Joosten Steck, met attest van Beesd.
* Zie ook U126a1-16, d.d. 09-02-1694, scheiding, not. A. Duerkant, Utrecht. Ook vermeld onder Johan van Wijck.

Ondertrouwd (1) op 11-01-1646 te Buren, gehuwd voor de kerk op 25-01-1646 te Veenendaal met Simon Otten van HARPEN, geboren te Buren, overleden voor 1650.
Gehuwd voor de kerk (2) 11-1650 te Buren met Thonis Gerritsz SPITHOVEN, geboren circa 1632, overleden op 30-03-1655 te Buren.
3.  N.N. Begraven 1638-1639 te Veenendaal, * Bron: Luid- en begraafgelden 1574-1810: 1638-1639 (VA-K 42), Ontfanck van de grafsteden te openen toebehoren[de] de kerck [ende] van de gerechticheyt van dien; een kynt van Joost Aelbertsz Steck comt. f. 0-4-0.
Uit de tweede relatie:
4.  Barbara Joosten, geboren circa 1625, overleden voor 1674.
Gehuwd voor de kerk (1) voor 1660 met Adam Gerrits van WEELDEREN, overleden voor 1680.
Gehuwd voor de kerk (2) voor 1675 met Jan van BROECKHUIJSEN, mennist, overleden na 1684, * 2188-21, overdracht, notaris Jacob Boumeister, d.d. 06-07-1675 Veenendaal. Jan van Broeckhuijsen, weduwnaar van Barbara Joosten Steck bekent schuldig te zijn aan Cornelis van Asperen volgens obligatie en machtigt Jan van Heuven om alle wettige handelingen te verrichten inzake de door hem overgenomen obligatie met als onderpand: 5 morgen land, gelegen in Stichts Veenendaal in erfpacht van de domeinen van Utrecht.
* 2188-34, procuratie, notaris Jacob Boumeister, d.d. 19-04-1676 Veenendaal. Jan van Broeckhuijsen machtigt Gerrit Metman om na het verlenen van wettelijke toestemming door de heer landdrost van de Veluwe vertegenwoordigd door Celiman van Ommeren, een stuk grond gelegen in Gelders Veenendaal te verkopen aan Jelis de Ridder, erfpachtplichtig aan de heer Van Ommeren.
* Betreft: Gillis van Wijk, oud raedt in de vroedschap der Stadt Utrecht is executeur testamentair van za. Johan van Wijck, domheer van de capittule van St. Peter te Utrecht, heeft als mede executeur testamentair zijn broer, Jacobus van Wijck, domheer van de capittule van St. Marien te Utrecht, zij machtigen Johan van Amerongen, procureur voor het gerecht van Rhenen, om een saeck waar te nemen en te verdedigen tegen de erffgenaemen van Jan van Broeckhuijsen. [17-03-1682, 2189-49]
* Willem van Broeckhuijsen, Mr. Peter van Broeckhuijsen, chirurgijn, verclaerden als gestelde curatoren van de boedel van za. Jan van Broeckhuijsen (voor Joost, absente broer, en Grietge, impotente suster) geen pretensie te hebben op een startge uijtgegraven veenlandt ende gront genaemt Brouwer-Ooms goet sijnde ruijm een mergen groot, ende gelegen in Veenendael aen de Stichtse zijde, sulcx Adam Gerrits van Weelderen ende Hillichge van Broeckhuijsen van haer comparanten vader za. Jan van Broeckhuijsen die doenmaels weduwnaer ende boedeharder was van za. Barbara Joosten Steck in den jaere 1675 becomen hebben. Deze is verkocht aan Frans Rijcks en Trijntge Jans van Asch. [08-02-1684, 2189-102]
* Uijtgegeven op 2 zegels ijder a 6 stuivers. Betreft: De heer Gillis van Wijck, als een mede-executeur van den testamente van de heer Johan van Wijck, in sijn leven domheer van de capittule van St. Peters binnen Utrecht ende als eenmede momber over desselffs onmundige soon Anthonij van Wijck, domheer in de voorschreven capittule ter eenre, ende Wille ende Peter van Broeckhuijsen, gebroeders, woonende te Venendael aende Stichtse zijde, mede kiinderen van Jan van Broeckhuijsen ter andere zijde. Verclaerde alsoo different ende proces al bij leven van de voornoemde heer Johan van Wijck tusschen den selve, ende de kinderen van voornoemde Jan van Broeckhuijsen voor den Gerechte van Rhenen ontstaen ende gangende was, over de opbreninge ende voldoeninge van seecker capitaal van negenhondert gulden als bij naer der rente off vestenis-brieff, daer van bij den gemelte Jan van Broeckhuijsen, weduwenaer ende boedelharder van Barbara Joosten Steck, ende de voornoemde Willem van Broeckhuijsen, sijnen soon t.b.v. de meergenoemde heer Johan van Wijck gepasseert, gedateert sijnde den sessde april 1675 ende geschapen stotn vorder proces, ende moeijelijckheden over de selve opbrenging van 't voors capitael te sulle verrijsen ende ontstaen, sijn de voorschreven comparanten overcomen den veraccordeert dat de voorschreven proceduijren over 't genen voorschreven sullen comen te cesseren, doot ende ten iet sijn, mits ijder lastende ende betalende de eersten aen elcx sijde gevallen. etc. Ze zullen alnog het geld aan Gillis van Wijck betalen. [15-08-1684, 2189-113]
* Kinderen zijn: Willem, Peter en Justus, de laatste was landmeter van de provincie Utrecht begraven te Utrecht 17-02-1724 met 12 dragers, wonende in de Schoutensteeg. Verdere kinderen zijn Hillichje en Grietje.
Zoon van Peter van BROECKHUIJSEN (zie 4176) en Hilligjen NN (zie 4177).
5.  Grietje Joosten, geboren circa 1650, dochter van Joost Aalberts Steck en Anna Jans (dochter van Jan Gijsbertsz).
Gehuwd voor de kerk voor 1680 met Hendrik van BROEKHUIJSEN (zie 1044).
2055 Grietje Willems SNACK, begraven op 07-10-1634 te Veenendaal, dochter van Willem ELIASSEN (SNACK) (zie 4110) en Heyltje PETERS (van WAKEREN) (zie 4111).
Uit deze relatie: 3 kinderen (zie onder 2054).

2064 Henric Willems 'van den BOSCH' (Henric in den Bosch), landbouwer, meijer van het goed Den Bosch te Leuvenheim onder Brummen, geërfde in de Veluwe, geboren circa 1600 te Brummen, overleden na 1662, zoon van Willem Beerentsz. 'van den BOSCH' (zie 4128).
Relatie met
2065 Trijne BEECKERS, dochter van Hendrik BEECKERS (zie 4130).
Uit deze relatie:
1.  Egbert HENDRICKSZ van den BOSCH (zie 1032).
2.  Beerent Hendriks, meijer van het goed De Haer, huwt Beerntjen Hermense.
3.  Jan Hendriks.
4.  Stijntje Hendrikse, huwt 03-05-1668 Brummen met Egbert Hendriks, j.m. van Bronkhorst.
5.  Willen Hendriks.

2074 Aart Jacobsen van LOOSDRECHT.
Relatie met
2075 Neeltje JANS.
Uit deze relatie:
1.  Annetien Aarts Jacobsen (zie 1037).

2080 Jan Paulus van der POEL, zoon van Pauwel Willems van der POEL (zie 4160) en NN (zie 4161).
Relatie met
2081 NN.
Uit deze relatie:
1.  Paulus Jansen (zie 1040).

2082 Jan Cornelisz Michielsen van VEENENDAAL, veenraad te Veenendaal, commissaris van de maent (1667), schepen te Amersfoort (1674-1676), raad (1677, 1681-1682) weesmeester (1676-1679), geboren te Rheenens Veen, overleden voor 1683, * Archief Eemland, transportregisters, inv.nr. 436-28, bl. 9 verso, d.d. 18-06-1674: Leningnemer: Henrich van Houten, momber over de onmondige kinderen van Gerrit Verburgh en zijn vrouw Gijsbertje Frans, alsmede geassiseerd met Maria Verburgh ende Harman Verburgh. Leninggever: kinderen en erfgenamen van Frans Goris Verhoeff ende Annitje van Oudewater. Lening: 650 gulden bij den comparant van Hilligunda Verhoeff mede erfgename van de voorz. Frans Goris Verhoeff, ontvangen. Onderpand: huis, hofstede op de Kortegracht, uijtkomende uit het Valkestraatje, nagelaten bij den voorn. Gerrit Verburgh; tegenwoordig bewoont wordende bij Jan Cornelissen van Venendael etc.
* Amersfoort Burgerrechtverleningen: Jan Cornelisz, burgerrecht gewonnen, d.d. 10-09-1666, geboortig van 't Rheenseveen aan de Stichtse sijde / Rhenense veen. Stadsarchief inv.nr. 1847. ?
* Lidmaten Hervormden Amersfoort: d.d. 05-07-1663 in 't huijs van Valstrick, Cornelis Jan, attest van Venendael.
* 8157, machtiging, notaris A. van Brinckesteyn, d.d. 23-03-1672 Amersfoort (AT 015A001 folio 19 V). Joost Adriaensz Vastrick, boode te Rhenen, t.b.v. Jan Cornelis van Veenendael en zijn huijsvrouw, borger dezer stad. Plechtbrieve d.d. 04-01-1632 bij Cornelis van der Pol c.s. hypotheek op huysinge in de Cruystraat te Rhenen (zie ook recordnr. 6155, 8156, 8156).
* 8208, testament, notaris A. van Brinckesteyn, d.d. 02-12-1672 Amersfoort (AT 015a001 folio 23). Jannitge Gerrits, wonende te Amersfoort, laatst weduwe van Bastiaen Willems. Zij herroept alle eerdere testamenten en approbeert het legaat bij haar eerste man aan de armen van Veenendael. Het kind van haar zusters dochter Disje Wouters saliger, wonende te Leyden moet afstaan haar portie aan de huysinge op Veen door Jannetje bewoont. Zij vermaakt aan: Geertgen Robberts, huijsvrouw van Cornelis Willems, haar nicht, wonende te Amersfoort; haar nicht Hermitge (of Jannitge) huijsvrouw van N.N., wonende in 't Wout; Gerrit Dircks, haar neeft, wonende te Renswoude; Jan Robberts (neeft) en Lambertgen Robberts (nicht) wonende te Veenendaael; soontje van Thonis Hermans, wonende in 't Veen bij de kerck; Grietje Jacobs, nicht wonende te Amersfoort; Henrick Everts van Veenendael; restant is voor haar bloet vrinden die het nodig hebben. Executeurs: Jan cornelis van Veenendael, wonende te Utrecht en Henrick Everts van Veenendael, wonende te Amersfoort. Secludeert de weeskamer etc. Getuige o.a. Herman Jans Watervoor(of Watterfoor).
* 2188-23, procuratie, notaris Jacob Boumeister, d.d. 14-07-1675 Veenendaal. Claes Hendricksz wonende in Veenendaal, machtigt Jan Cornelis van Veenendael, schepen der stad Amersfoort om een bedrag van 28 gulden te innen voor geleverde turf aan Cornelis van der Sluijs.
*
* Aernt van Manen, als vader en voocht van sijn 3 onmundige kinderen bij zijn zaliger huijsvrouw Annichge Jans van Venendael, machticht Jacob van Holten, veenraedt te Veenendael de nagelaeten boedel van de heer Johan Cornelis van Venendael in sijn leven schepen der stadt Amersfoort, de grootvader van de 3 kinderen alle zaken in alle vrijheid af te handelen. [26-05-1683, 2189-74]
* Eigenaren van graven in de kerk te Veenendaal: Graf nr. 18 in de kerk: Jan Cornelisz, deze grafstede verboekt op Jacob van Holten, als getrouwt hebbende Maria Jans van Venendael, nagelaten dochter van Jan Cornelisz van Venendaal en als 't recht bij overgift bekomen hebben van Rijck Besselsz mede getrouwt aan een nagelaten dochter van denselve Jan Cornelisz, met name Aeltje Jans van Veenendaal, ende dit op 't verzoek en in presentie van de voornoemde Van Holten en Rijck Besselsz op de 24ste september 1690.
* Inv.nr. 32. Veenraadschap Gelderse en Rhenense Venen, 1 omslag. Volmachten, door de Veenraden aan hun medeleden en anderen gegeven, index. - 05-10-1664, 21-02-1667 (met handtekening) Johan Cornelis van Veen. - 16-08-1668 Jan Cornelis van Veenendaal (handtekening), - 28-06-1668, Jan Cornelis van Veen, 11-07-1670 (veenraad), 16-07-1670 (veenraad), Jan Cornelis van Venendael
* 12-05-1678, verklaring: Jan Cornelis van Venendaal.
* Deze tak is ook te vinden op http://wesp.snt.utwente.nl/~aver/kwvisscher/ onder Kruiff-Mulder.
Zoon van Cornelis Michiels van VEENENDAAL (zie 4164).
Gehuwd voor de kerk (1) op 14-03-1660 te Amsterdam (ned.ger.) met Maria CONINCXS.
Relatie (2) met Maria GERRITSEN (zie 2083).
Uit de tweede relatie:
1.  Aeltje JANS (van Veenendaal), overleden voor 1683, ? * 2190-136, notaris Christoffel Boumeister, d.d. 15-07-1694 Veenendaal. Uitgegeven op zege van 3 gulden den 21 julij 1694. Op huijden den 15en julij 1694, oude stijll, compareerde voor mij Christoffel Boumeister, openbaer notaris, bij den Edele Hove van Utrecht totte exercitie vandien geeedt ende geadmitteert, in Venendael residerende, ende voor de getuijgen hier naegenoempt, Rijck Bessels ende Aeltje Jans van Venendael, aende Stichtse zijde, omtrent de Molenbrugge, ons notario ende getuijgen bekent, beijde gesont van lichaem, met ons gaende ende staende, ende haerlieder verstant, redenen en memorie volcomentlijck hebben ende gebruijckende, soo uijtterlijck bleeck, ende wij niet anders conden bemercken. ende verclaerden sij echteluijden comparanten dat sij overdacht hebbende de menschen hier op aerde niet seeckerder te wesen dan de doot, ende niet onseeckerder als de uijre van de selve goetgevonden hadden de selve onseeckere uijre des doots met dese haerluijden testamentaire dispositie over hunne tijdelijcke goederen te praevenieren ende voorcomen, ende sulcx doende hebben de comparanten, in crachte van opene brieven van Octroij, haerlieden bij den Edele Hove van Utrecht voorschreven op den xxiij (23) april dese jaers xvi vier ende 't negentich, des naernoens ten 4 uijren verleent, ons notario ende getuijgen bij desen verthoont ende gebleecken, malcander reciproquelijck, dat is over ende weder over, uijt een matrimoniele lieffde en sonderlinge affectie gegeven ende gemaeckt de lijfftocht en volcome vruchtgebruijck gelijck sij doen bij deses van alle haer comparantens naer te laten goederen, soo roerende als onroerende inboedel ende huijsraet, linnen, tinnen, wollen, coper, hout ende ijserwerck, mitsgaders gelt, gout, silver, gemunt ende ongemunt, actien en crediten, het sij van wat nature off waer die gelegen ende uijtstaende souden mogen wesen, omme bij den langstlevende van hun beijden, het sij sijn off haer leven lanck geduijrende ten lijfftochten rechten beseten ende genoten te worden niet van allen uijtgesondert, dan alleenlijck de clederen, linnen, wollen, gout en silverwerck, ten lijve van haer respectie comparanten behoorende; Verclaerende wijders de tweede comparante onvermindert en sonder praejuditie van de voorseijde lijfftochte, tot haere eenige ende universele erffgenamen in alle haere naer te laten goederen genomineert ende geinstitueert te hebben, gelijck sij nomineerde ende institueerde bij desen voor de eene helfte haere suster Maria Jans van Venendael, huijsvrouw van Jacob van Holten, ende bij vooroverlijden van deselve haere nae te laten kindt of kinderen bij representatie in hun moeders plaetse, ende voor de andere helfte de 3 kinderen van haer comparantes overledene suster Annichje Jans van Venendael, aen de selve bij Willem Adriaens van Langelaer, ende Aert van Manen, respectivelijck in echte verweckt, met namen Maria Willems van Langelaer, huijsvrouw van Thomas van Langelaer, huijsvrouw van Thomas van Panhuijsen, ende Jan en Luijtje van Manen. Ende dat gelijckelijck ende in egale en gelijcke portien, sonder dat de een off de ander eenich voordeel off andere goederen, uijt crachte van eenige wetten, statuten, off gewoonten directelijck off indirectelijck sal hebben off mogen praetenderen, als alleenlijck dat de 2 van haer voornoemde overleden susters kinderen Jan ende Luijtje van Manen, ijder voor uijtte gereetste goederen om redenen sullen trecken en profiteren de somme van 300 gulden, ende aldus met haer beijden 600 gulden; Ende dat daerenboven Luijtje van Manen voornoemt noch apart ende in het bijsonder voor aff sal hebben ende genieten alle de klederen, soo van linnen, als wollen mitsgaders gout en silverwerck ten lijve van haer testatrice behoorende, alle hetselve alsoo gelijck voorschreven, bij desen praelegaterende met expresse wille ende begeerte, dat deselve haere nicht Luijtje van Manen, de voorschreven klederen, mitsgaders gout en silverwerck sal profiteren, ende genieten soo haest sij testatrice deser werelt sal wesen overleden en ter aerde gebracht, maer de 300 gulden door ijder van de voornoemde praelegatarissen niet eerder sullende werden genoten, als naer doode van haer testatrice en haer voornoemde man, als onder de lijfftocht mede sijnde begrepen; Edoch dit alles met desen restrictie ende verbande nochtans dat, inval haere voornoemde susters kinderen Jan ende Luijtje van Manen quamen aff te sterven, ongetrouwt offe sonder lijffserven achter te laten, alsdan alle de goederen bij haerlieder uijt crachte deses geerft niet en sullen vererven op haer vader Aernt van Manen, off op de vaders vrinden, nemaer op de naeste in den bloede moedersijts, sonder eenige de minste detractie van de legitime ofte trebellianique portien, welcke afftrech sij testratrice mits desen wel expres was prohiberende en verbiedende, naerdien haer testatrice de cracht vandien door mij notario (soo sij bekende en verclaerde bij desen) wel duijdelijck was onderricht. Voorts legateerde ende maeckte sij testatrice mits desen uijt haere nalatenschap aende Diaconije ofte Armen alhier in Venendael eens de somme van 600 gulden, die sij wilde en begeerde dat door haere voornoemde geinstitueerde erffgenamen sullen werden voldaen binnen den tijt van 3 maenden nae haer testatrices overlijden, ende expiratie van den voorseijde lijfftochte onder dese speciale conditie nochtans, dat 't selve capitael door de Diaconije ten eerste sal moeten werden sustisantelijck beleijt op vaste goederen in de provintie van Utrecht gelegen, en alsulcx door haer hetselve capitael nimmer sal mogen werden geconsumeert off vernietticht nemaer alleenlijck de jaerlijcxe interesse vandien sullen profiteren, secluderende mede beijde de comparanten uijt haeren boedel ende nalatenschap de heeren van de Magistraet ende Weescamer der stadt Rhenen, ende voorts alle andere Gerechten, collegien ende personen ten opsichte van onmundige kinderen en erffgenamen gestelt, off noch te stellen, alwaer haer comparanten, off een van haer beijder sterffhuijs soude mogen comen te vallen, niet willende off begerende, dat de selve in eenigerleij wijse sullen bemoeijen den boedel en nalatenschap van haer comparanten het sij om inventaris te maecken als anders, nemaer latende daer van ten eenemael de directie en bewindt aen de naeste bloedtvrinden. Alle het welcke de comparanten te samen, ende een ijder van hun in het bijsonder verclaerde te wesen haerluijder testament, laetste ende uijtterste wille, begerende mitsdien dat hetselve alsoo, offe als een codicille, gifte, onder den levendigen offe uijt saecke des doots offe soo sulcx het best sal mogen subsisteren ende bestaen, over al sijn volcome effect hebbe ende geniete, alwaren alle solemniteijten nae rechten en costumen nodich, hier inne niet geobserveert, daer van de comparanten versocht te mogen werden geexcuseert; versoeckende hier van insturment in forma het welcke is dese; ende vername ick notaris hiermede den genen die het aengaet den verbande in desen testamente vervate behoorlijck mae het 22e articul van de ornonne decifoir oaen te brengen. Aldus gedaen en gepasseert in Venendael aende Stichtse zijde ten huijse van Jan Maessen van Schaffelaer, ten overstaen van den selven; mitsgaders Jan Beernts Weppelman, ende Cornelis Frans Ros, als getuijgen hier toe specialijck versocht.
Relatie (1) met Aernt van MANEN, * 3 kinderen onmundig in 1683.
Relatie (2) met Rijck BESSELS.
2.  Marritien Jansen (zie 1041).
3.  Annichge Jans van VENENDAEL, * 2189-74, notaris Christoffel Boumeister, d.d. 26-05-1683 Veenendaal. Op huijden den 16 maij 1683, ouden stijll, compareerde voor mij Christoffel Boumeister, openbaer notaris 's hoofs van Utrecht ende voor de getuijgen naebenoemt Aernt van Manen, als vader ende voocht van sijn drie onmundige kinderen bij sijn zaliger huijsvrouw Annichge Jans van Venendael in ehestant verweckt ende verclaerde op de bestendichste forme,geconstitueert ende machtich gemaeckt te hebben, gelijck hij constitueert ende machtich maeckt bij desen den eersame Jacob van Holten, veenraedt van Veenendael wegens sijne voorschreven 3 onmundige kinderen den nagelatene boedel van de heer Johan Cornelis van Venendael in sijn leven schepen der stadt Amersfoort, der voorschreven 3 onmundige kinderen grootvader zaliger mede te redden de goederen en effecten voor soo veel die noch in het gemeen ende onverdeijlt sijn, te verpachten, verkopen ende te transporteren met alle ende een ijgelijck te reeckenen ende te liquideren mitsgaders alle debiteurs tot betalinge te constringeren ende quitantie van sijnen ontfanck te passeren ende voorts alle saecken, soo in als buijten rechten in te vorderen en waer te nemen, tam active, quam passive, mede den geconstitueerde macht gevende omme met alle ende een ijgelijck te composeren ende te accorderen oock daer over compromisse in te gaen ende voorts in summa alles te doen ende te verrichten, soo sijnen goeden raedt sal toedragen sonder eenige limitatie ende als off hij comparant selffs present ende voor oogen sijnde soude comen offe mogen doen, alwaert schoon dat dese saeck naerder en speciaelder last (als voorschreven staet) requireerde, die bij desen den comparant wegens sijne kinderen aen de voorschreven geconstitueerde is gevende cum potestate sumstituendi unum vel plures, tam ad negotia, quam ad lites, in communij forma, et ratificatione actorum; Belovende van werden te souden ende doen houden alle 't gene bij den geconstitueerde, ende desselfe gesubstitueerde ter secke deses sal werden gedaen ende verricht, onder restrictie nochtans dat sij gehouden sullen wesen, tot vermaninge te doen behoorlicke reeckeninge, bewijs ende reliqua van haeren ontfanck ende administratie. Actum Venendael aende Stichtse zijde ten huijse van Gerrit Hendricks Verhoeff, ter presentie van Bartholt Boumeister ende Roeloff Lamberts van Hardevelt, als getuijgen hier toe versocht.
Gehuwd voor de kerk (1) circa 1670 met Aernt van MANEN.
Relatie (2) met Willem Adriaens van LANGELAER.
2083 Maria GERRITSEN.
Uit deze relatie: 3 kinderen (zie onder 2082).

2084 Gerrit Govertsen VERBURG, kerkmeester en lid van de veenraad, geboren circa 1610 te Veenendaal (gezindte: ned.ger.), begraven op 08-11-1673 te Veenendaal. Begraven in de kerk te Veenendaal, * Burgerrecht verleningen Amersfoort (SA invnr. 1847): gevonden ene: Gerrit Verburgh, 16-06-1656, versocht, geboortig van Harderwijck.
* veenraad: lid van het besturend of adviserend college in het veenraadschap.
* Veenraadschap: bestuur van het waterschap.
Zoon van Govert Goriss VERBURG (zie 4168).
Ondertrouwd op 11-02-1638 te Rhenen, gehuwd voor de kerk op 07-03-1638 te Rhenen (ned.ger.) met
2085 Sophia de BONT, geboren na 1610 (gezindte: ned.ger.), overleden voor 1667, * Sophia de Bont en nakomelingen zijn erfgenamen van Clara Jansdochter van Sparwoude. Zie Archief Delft Inventarisnummer 72, deel E. E.J. Rollema. Magazijnlijst van het archief van het Fonds Clara van Sparwoude 1595-1926. Geslachtsregisters diverse delen met een rode band. Dochter van Claes Pietersz de BONT (zie 4170) en Maritgen Claasdr. van SCHOONHOVEN (zie 4171).
Uit dit huwelijk:
1.  Govert Gerritsz (zie 1042).
2.  Nicolaas Gerrits (Claas) VERBURGH, proponent en krancken besoecker in dienst van de OIC, geboren circa 1650, ? Overleden voor 1698 te Cabo de Goede Hoop, * Zijn dochter Anna Sophia is erfgename verklaert en gesteld door Jacob van Doorninck, Kaap de Goede Hoop, d.d. 05 en 06-02-1701. Bron: Inventories of the Orphan Chamber, Cape Town Archives Repository, South Africa; MOOC8/1.62. Inventaris der roerende en onroerende goederen, nagelaten en met de dood ontruijmdt bij de overleedene vrijborgeren Joris van Stralen en Jacob van Doorninck, soo alse deselve in gemeenschap hebben bezeeten; welk van de Weeskamer door haar Gecommitteerdens en data onderbeschreven; sijn geinventariseert als namentlijk: In de slaapkamer na de thuijn bevonden, te weten: * in een kist met koperbeslagh, inhoud: kontant en in silveren gelt, en goud gelt in Caapse valuta 6479-5. - 1 goude koepang; 1 goude ridder; 8 goude Hollandse ducaten; 1 goude Moorssen [ducaten]; 3 gouden ringen, sonder steenen; 2 goude ringen met slegte steenen, 2 goude plaaten aan een hoet; 2 paar goude hembsknoopen; 1 silvere beeker; 2 silvere haken van een portepee; 2 silvere soopjes schaaltjes; 2 silvere broekxknopen; 1 silvere tandestoker; 2 silvere signet; 3 silvere schoengespen; 15 silvere leepels; 1 silvere vorck; 130 silvere gesorteerde knoopjes, soo heel, als gebroken; 1 hembdrock met 24 silvere knoopen; 2 paar zijde kousen; 1 zijde spreij; 2 tutucorijntse zitsen; 2 fotassen; 4 stucken wit linden; 2 nieuwe kanten tot dassen, met de lobben daartoe; 2 stuckjes tralij kant. * Nogh in een kist met koper beslagh: 1 paar fotas; 1 pack swarte lakense kleeren; 1 pack blaauw lakense kleeren met 165 silvere knopen; 1 pack bruijn lakense kleeren; 2 paar gedragen swarte kousen; 2 paar handschoenen met franjen; 1 paar seemleer handschoenen; 1 swarte hoed; 1 graauwe hoed, met een pluijm; 1 graauw lakens kleet met 72 silvere knopen, met 56 silvere knopen, van het selve slagh. * Een klein verlackt komptiortjen daarin: 65 gesorteerde silvere knoopjes; 1 slegte nagt rock; 1 oude trijpebroek; 3 stoel kusssens; 1 Zinguleesee houwer met silver beslag; 1 kopere slegte houwer; 2 kopere deegens; 1 rotting met silveren beslag; 6 rotting Japans onbeslagen; 1 snaphaan; 3 karbijnen met haar riemen; 2 paar pistolen; 2 patroon tassen, met een kruijthoortjen. * 1 ledikant met een zits behangsel met: 2 veere bedden met 3 veere hooftkussens, 1 Indische combaar met 1 witte vaderlandsche, 1 spiegeltje met een lijst, 3 houte rackjes, 2 houte geweer rackjes, 1 thuijn schaar met 1 endt zaagh, 1 vierkante tafel, 12 flessen brandewijn, in een oude kelder, 2 kleijne kistjes met tabacspijpen. * In de kast in het portaal: 5 kerkboekjes met silver beslagh, 2 pijpedosen met silver beslagh, 1 mes en 1 forck met silverbeslag, 19 mans hembden; 64 silvere gesorteerde knoopjes en stukjes van een tandestoker, 12 bedde lakens, 16 kussenslopen van wit linden; 34 witte servietten, 2 witte tafellakens, 9 onderbroeken, 1 dito hembrock, 9 dasjes sonder kant, 3 dasjes met kant, 6 witte linden slaapmutssen; 4 neusdoeken; 2 wolle slaapmutsen, 1 orangien scherp met silvere franjens, 144 kopere knopen, vorder met weijnigh. * In het bottelarijtjen: 26 gedruckte gesorteerde boeken, 1 blikke trommeltje, 1 houte rack. * In de groote kamer aan de thuijn: 1 ledikant met zits behangen, 2 veere bedden met 4 veere hooft kussens, 1 katoene combaars, 1 groote ovaale tafel, 12 swarte gevervde stoelen waar van 1 stucken, 1 spiegel met een swarte lijst, 9 gesorteerde schilderijtjes met haar lijsten, 2 gesneeden lijsten, sonder schildereijen, 6 papiere prentjes in lijsjes, 5 porsselijne pieringen op de boog van de deur, 2 porsselijne trekpotjes, 2 koffij kopjes, 2 koffij kopjes stuckent. * Een geverfde kist daar in: 2 rollen taback in graauw papier, 1 [rollen] loss taback. * In 't kamertje na de baij: 6 witte linden hembden, sijnde vuijl, 12 witte kussenslopen, sijnde vuijl, 11 witte slaaplakens, sijnde vuijl, 24 witte servietten, sijnde vuijl, 7 witte tafellakens, sijnde vuijl, 5 witte lange dasjes, sijnde vuijl, 5 blaauwe neusdoeken, sijnde vuijl, 2 gesteepte hembd rocken, sijnde vuijl, 1 onderbroeken, sijnde vuijl, 4 fotassen. 6 veere bedden, 8 veere hooft-peulewe, 8 veere hooft-kussens, 3 Indische combaarssen, 1 groene vaderlands combaars, 2kadels, 1 vierkante tafel met een spreij, 1 verkeerbort met koperbeslag, en haar schijven, 1 slegte kist, sonder goed daar in, 1 hembdrock met bont gevoerdt, 1 stuck witte pij, 1 stuck Indische zeijldoek, 3 [stuck] Indische lampjens, 1 lapje gingang, 2 schabberlakken, 3 lb groff gesorteert garen, 1 partij los gaaren, 1 spiegeltje met een swarte lijst, 2 schilderijtjes met swarte [lijst], 7 kleine papieren prentjes met swarte [lijst], 1 Japans verlacqt kabinet daar in: 7 korte dasjes met kant, 8 lange dasjes met kant, 9 lange dasjes sonder kant, 3 witte slaapmutssen, 10 paar Bengaalse neusdoeken, 47 theekopjes, 46 thee pieringen, 7 1/2 dosijn speelkaarten, 1 porsselijne fles, 1 porsselijne doof-potjens, 2 glaase flesjens, 10 porsselijne boter pieringen, 1 stelletje porsselijne kabinetgoed, 4 trek potten, 7 thee kopjens, 2 porsselijne doof-potjes, 5 beekertjes van porsselijn, 1 porsselijne scheerbekken, 3 vaderlandsche schulpschalen, 2 porsselijne oijevaars, 2 porsselijne leeuwtjes, 16 tinne schootels, soo groote als kleijne, 29 tinne borden, 6 tinne soutvaten, 1 tinne mosterport, met een leepeltje, 4 tinne kommetjes met decksels, 1 tinne groote kom, 10 tinne borden, 4 tinne schotels, gesorteert, 1 tinne convoortje met 1 tinne keteltje, 1 tinne flesjen, 3 tinne kandelaars, 6 tinne waterpotten, 1 tinne kan, 1 tinne pintjens en 1 tinne half pintjen, 2 tinne tregtertjes, 1 blikke kruijtdoos, 6 kopere kandelaars, 1 kopere lamp, 2 kopere raspen, 2 kopere blakertjes, 2 kopere stijkijsers met een roostertje, 1 kopere steeckbekken, 2 pistool holsters, 27 sacken, met diversche thuijnzaden, eenige langpijpen, 2 kopere weeg-schaalen met een ijsere belans, 1 kopere lantaarne. * In het voorhuijs: 1 ovaal tafeltje, 2 stoelen, 1 thee tafeltgen, 12 papiere prenten met swarte lijsjes, 3 vogel kooijtjes, met eenige kanarij vogeltjes, 1 zitse tafel spreij. * In de groote kombuijs: 1 kadel, 1 lange tafel, met 2 bancken, 1 kopere disteleer ketel, met helm en slang, 2 oude koren wannen, 9 papiere prenten, met lijsjes. * In het kleijne kombuijsjen: 2 groote ijsere potten, 2 ysere potten wat kleijnder, 2 ysere konvooren, 1 ysere rooster, 2 ysere treeften, 3 ysere tangen, 1 ysere asschop, 2 ysere kandelaars, 1 ysere ovendecksel, 1 ysere lamp, 1 ysere oven ijsser, 1 kopere viskeetel, 2 metalen potten, een poot daarvan .., 1 kopere schuijmspaan, 3 kopere koekepannen, 1 kopere vergiettest, 1 kopere lepel, 1 kopere beecker, 2 kopere pannetjes, 1 kopere vijsel met sijn stamper, 2 kopere theeketels, 1 kopere aker, 1 kopere groote ketel met kopere decksel, 1 hakkebort, 1 half scheepel, 1 zeef, 1 backkist, 1 balijtje, 1 brootschop, 3 hackmessen, 1 slijpsteen met sijn kruck, 1 kaars back, 3 water emmers, 1 rijsblock met stamper, 1 kadel, 1 slagt banck. * In het packhuijsjen en daar buijten: 1 mompijp half vol swarte suijker, 1 mompijp vol swarte suijker, 1 speckvat vol swarte suijker, 4 ledige halve leggers, 6 ledige mompijpen, 2 ledige wat grooten, 2 potten, waar van een met traan, 3 groote balijs, 1 kopere lamp, 1 ijsere lamp, 1 vaderlansche planck en wat rommeling, 1 geel houte balk, van 17 voet lang, 1 partij brandhout, 1 lange tafel met een banck. * In de wijnkelder: 5 ledige leggers, 6 ledige halve leggers, 3 ijsere potten, 4 ledige halve aamen, waaruijt 2 bodems, 1 partij kaarssen, 1 houte tregter, 1 houte balijtjen, 4 scheepskaasen, 1 tinne kommetjen, 1 partij kuijpers gereetschap, met een zaag, 2 houte schalen, met een ijsere balans, 21 lb loot gewigt, 4 aardepotten, 1 mantje met kurkeproppen, 1 porsselijne boterpotjen, 1 ledige karba, 1 ledige mompijp, 2 witte vaderlandsche schotels, 5 witte vaderlandsche borden, 11 ledige kelder flessen, 28 ledige botteltjes, 24 wijn roemertjes. *Op de solder: 7 zeijldoekse sakken vol tarwe meel, 1 zeijldoekse sakken met een scheepel witte boontjes, 1 kist met poederzuijker, 1 kist met poederzuijker, 1/4 kanasser theezuijker, 1 vat met ontrent 2 mudd garst, 4 ledige vaten soo groot als kleine, 1 vaderlandsche planck, 10 zijldoekse sakken, soo goede, als quade, 6 ijsere hoepels, 1 stuck loot, 1 houte stilletjen, 1 pars-balijtjen, 2 verkeerborden, 356 bierglaasjes, in een kasje, 122 kelkjes in een kasje, 124 porsselijne kopjes, 28 trekbeesten, 1 oude wagen, 1 partij thuijngereetschappen. * Slaven: 1 genaamt Arend van Madagaskar, 1 genaamt Arend van Mallabaar, 1 genaamt Pieter van Macassar, 1 genaamt Koridon van Mallabaar, 1 genaamt Hanibal van Boetan. Aldus geinventariseert ten sterfhuijs boventgen: ter presentie van de jonge juffrouw Anna Sophia Verburg.
Ondertrouwd op 14-04-1669 te Woerden, gehuwd voor de kerk op 12-05-1669 te Noorden met Metje van VELDHUIJSEN.
3.  Dirkje GERRITS (Verburgh), geboren circa 1665.
Relatie met Jan (Corssen?) WEPPELMANS, mede-veenraad.

2086 Mighiel HOMOET (Homoed).
Relatie.
Uit deze relatie:
1.  Annigje Mighielen, overleden na 1715, * 2193-76, notaris Elias Verschuijr, d.d. 21-04-1707 (op segel van 16 stuijvers d.d. 24-04-1707) Annitje Mighielen weduwe ende boedelhouderse van Hendrick Hensborgh, Teuntje Mighiele weduwe en boedelhouderse van Govert Verborgh en Michiel Aerssen, herroepen de machtiging aan Sander van Langelaer, gedaan binnen Amsterdam, 1 jaar geleden, en machtigen i.p.d.v. Derk van Essen om goederen, renten, huren etc. in te vorderen in de provincie Holland.
* Den 30 meert 1710 hiervan acte geschreven op een zegel van 16 stuijvers. Op den 30 meert 1710 compareerde voor mij ende voor getuijgen naegenoempt Annichje Mighielen weduwe ende boedelhoudere van Hendrik van Hensborgh, Teuntje Mighielen meede weduwe ende boedelhouders van G overt Verburgh ende Mighiel Aertsen te samen erffenaemen van Elsje Mighielen, voor eenigen tijd woonagtig en overleden tot Amsterdam ende verclaerden in de beste ende bestendigste form doenlijck te constitueren ende machtich te maecken gelijck sij lieden doende waren bij desen Dirck van Essen wonende tot Amsterdam en dat omme in te vorderen alle sodaene penningen als van Elsje Mighielen voornoemt ten comptiore van Luijck wegens lijffrenten ende over saecken van een lotterije in Engelant noch te goede ende in te beuren sijn quitantie daer van te passeren ende voorsschreven alles daeromtrent te doen als de comparanten selffs present sijnde soude conne ende mogen doen onder belovtte van ratificatie ende verbant als nae rechten versoeckende daer van acte die is dese. Aldus gepasseert ten huijsen vande weduwe Verburgh, ter presentie van Jan Heij, Rijck hendricksen, getuijgen hier toe speciael versogt die de minute deses nefens de comparanten ende mijn notario hebben ondertekent op datum als boven [2193-138, waterschade]
.
Gehuwd voor de kerk voor 1715 met Hendrick HENSBERG, overleden voor 1715.
2.  Elsje Michielen.
3.  Teuntje Michielsen (zie 1043).
4.  Trijntje Mighielen, * Codim Dic hier van de acte geschreven op een segel van 2 gulden. Op huijden den 9 april 1715 compareerden voor mij Elias Verschuijr openbaer notaris door den Edele Hove van Utregt totte exercitie van dien geedt ende bij de Edele ende Agtbare Magistraet der stad Rhenen geadmitteert in Venendael residerende ende voor getuigen naer genoempt Annigje Mighielen weduwe van Hendrik Hensberg, Teuntje Mighielen weduwe Govert Verburgh en Michiel Aartsen Hoomoet, woonende alhier mij notaris bekent, te kenne gevende dat zij twee eerste comparanten ieder voor 1/3 ende hij laaste comparant voor 1/6 erfgenamen zijn van wijlen Trijntje Mighielen, in haer leven weduwe en erfgename van Albert Lubbertsz, backer, dat zij comparanten uijt dien hoofden mede gehouden zijn te dragen in de personeele taxatie van dien 200 penningen van de genoemde weduwe Albert Lubbertsz, dan vermits de comparanten geene goederen in Holland hebben, zoo hebben de comparanten; bij dezen, machtig gemaakt Dirk van Essen, specialijk, omme uijt haar comparante naamen te verschijnen voor de Edele Groot Achtbaare Heeren Burgermeesteren ende Regeerders der Stad Amsterdam, als mede voor de Edele Achtbare Heeren Rekenmeesteren der voornoemde Stad ende van welgemelte haar Edel Groot Achtbare in die zielen van de comparanten, met solemnelen Eede te verklaren, dat zij comparanten geene goederen den 100e of 200e penning subject, in de provintie van Holland en West-Vriesland hebben ofte bezitten; het zij uijt wat hoofden ofte erffenissen het selve ook zoude mogen wesen, directelijk oft indirectelijk; Ende dit alles ten eijnde der comparanten portie in de personeele tasatie van den 200 penningen van wijlen de genoemde weduwe Albert Lubbertsz, ten quotiere der gemelte stad Amsterdam, mochte werden geroijeert ende afgeschreven, wijders alles meer te doen als tot de voorschreven saeke vereijst wort ende comparanten present sijnde souden connendat belovende van waarden te houden in doen houden alle het geene hare voornoemde gemagtigde uijt cragte deses sal doen en verrigt. Aldus gepasseert ten huijse mijns notaris ter presentie van Derck Ebbenhorst ende Andries Essenius, getuigen hiertoe speciael versogt die dese minute nevens de comparanten ende mij notario hebben onderteeckent op datum als boven [2194-94].
Relatie met Albert LUBBERTSZ, bakker.

2088 Arent Peters van BROEKHUIJSEN, mennist (gezindte: ned.ger.), * Zie ook Veluwse Geslachten 1995 no. 2
* Bron GA Utrecht II 174, 16-02-1644: Geertruijt van Geleijn, huisvrouw van Jan Jansz van Asperen, machtigt haar man om op te dragen aan Aernt van Broeckhuijsen woonende in het Reenense Veen de helft van 18 morgen land te Ede, waarvan hij alreeds de andere helft bezit.
* Procuratie, notaris Jacob Boumeister, d.d. 30-12-1674 Veenendaal: Johan van Broeckhuijsen machtigt Jan Obijn, pander van de domeinen van Utrecht, om zijn zaak waar te nemen bij de verkoop van 2 morgen rullings, erfpachtplichtig aan de domeinen van Utrecht, gelegen achter het Watermolenseveld aan de Stichtse zijde, aan Arent van Broeckhuijsen. [2188-11]
* 2188-36, procuratie, notaris Jacob Boumeister, d.d.10-06-1676 Veenendaal. Arent van Broeckhuijsen machtigt Hendrick van Broeckhuijsen, zijn broer, en Gerrit Metman om alle voorkomende zaken betreffende eventuele erfenissen af te handelen en na behoren te beheren en daarvoor bewijzen te overleggen.
* RA Rhenen 1728/no. 112. Morgenthaler 1681/123 RA Rheden 1727, blz. 246.
* wapen: in zilver, achtpuntige sterren. Bron: Wapenkaart A.P. de Kleuver, Veenendaal.
Zoon van Peter van BROECKHUIJSEN (zie 4176) en Hilligjen NN (zie 4177).
Gehuwd voor de kerk op 05-05-1637 te Rhenen (ned.ger.) met
2089 Gerrichje Wouters van ESSEN (Geertje Jacobsen), mennoniste, dochter van Wouter (Jacobse?) van ESSEN (zie 4178).
Uit dit huwelijk:
1.  Hendrik (zie 1044).
2.  Hillichen ARENTS.
3.  Peter ARENTS, mennonist, * 07-07-1680 kopie-attestatie: de soon van Hendrick Aertsz; W. van Schadijck ut testis, Peter van Broeckhuijsen, als getuige (x sweeling) etc.

2090 Gerrit Bastiaans METMAN, veenraad, mennist, koopman in laken (1691), secretaris (1683), geboren circa 1625 te Keulen, gedoopt op 07-10-1646 te Amsterdam, overleden in 1692 te Veenendaal, januari, of eind december 1691. * 2188-6, procuratie, notaris Jacob Bouwmeister, d.d. 07-10-1674 Veenendaal: Jacob Cornelisz en zijn broer Hendrik, zonen van Cornelis Harmansz en Geertruijt Jacobs van Rhenen, erfgenamen van hun overleden tante Jannichje Jacobs van Rhenen, machtigen Gerrit Metman om de erfenis af te wikkelen overeenkomstig het testament.
* 2188-34, procuratie,notaris Jacob Boumeister, d.d. 19-04-1676, Veenendaal. Jan van Broeckhuijsen machtigt Gerrit Metman om na het verlenen van wettelijke toestemming door de heer Landdrost van de Veluwe vertegenwoordigd door Celiman van Ommeren, een stuk grond gelegen in Geldersch Veenedaal te verkopen aan Jelis de Ridder, erfpachtplichtig aan de Heer van Ommeren.
* 2188-36 zie Arent van Broeckhuijsen.
* U89a1-81, notaris D. van den Berch, d.d. 06-06-1676 , Utrecht, akkoord. Gerrit Metman en Aelbert Steck vertegenwoordingen de veenraden tegen Jacob van Rijsenborch. Over de achterstallige pachtpenningen van het weggeld
* U89a1-102, notaris D. van den Berch, d.d. 26-09-1677 Utrecht, akkoord. samen met Jacob van Holten en Hendrick van Broeckhuijsen, als vertegenwoordigers van de veenraad te Veenendaal, tegen Jacob van Rijsenburg, heer van Rijsenburg, over een geschil dat is ontstaan over reparaties en onkosten aan de Kerkeweg.
* 2189-8, notaris Christoffel Bouwmeister, d.d. 29-04-1681 Veenendaal: (kan ook behoren bij zijn kleinzoon?): Gerrit Metman en Aelbert Steck, protesteren namens de algemene veengenoten tegen de kosten van het weggeld opgelegd door de heer Van Rijsenburg. Zij dienen het bedrag van fl. 108,- binnen 3 dagen te betalen op poene (= straffe) van gijseling.
* 2190-15, notaris Christoffel Boumeister, d.d. 18-09-1689 Veenendaal. Wouter Gerrits, weduwnaer van Annichje Cornelis, verclaerde voor hem ende sijnen erven vercoft te hebben aan en t.b.v. Sr. Gerrit Metman, een swarte kolde koe, met een roodt spraeckelde koe en een root kalff, mitsgaders een bed met sijn toebehooren, te samen voor de somme van 't sestich gulden, die hij eerste comparant verclaerde ter dancke aen hem te sijn voldaen door affschrijvinge ende verminderinge van het gene aen de voornoemde Metman soo van huijshuijr, lantpacht, gecoft gras en winckelwaaeren als anders schuldich is. etc.
* 2190-16, notaris Christoffel Boumeister, d.d. 20-09-1689 (des voornoens ontrent de klocke negen uijren) Veenenedaal. Sr. Gerrit Metman, coopman in lackenen, verclaerde dat hij van Wouter Gerritssen, weduwnaer van Annichje Cornelis, wonende mede alhier in Venendael achter in 't Watermolenvelt, dat hij gekocht heeft, een swarte kolde koe, met een roode spraeckelde koe ende een root kalff, mitsgaders een bed met sijn toegehooren, voor de somme van 60 gulden. Dat Gerrit Metman, deze wederom te leen heeft gegeven aan Wouter Gerritssen, omme den te gebruijckeen soo lange het den Metman gelieven zal. Wouter Gerritssen belooft alles in dezelfde staat, grootte etc te houden en niks te verkopen.
* Gerrit Metman, koopman in laeckenen, alhier in Venendael aende Stichtse zijde weduwenaer ende boedelharder van za. Elisabeth Jans, sijnde een weijnich sieckelijck. Hij geeft uijt crachte van opene brieven van Octrooi hem ende sijne voorschreven overledene huijsvrouw Elisabeth Jans bij den Ed. Hove van Utrecht voorschreven den 09-09-1678 des naernoens ten drie uijren verleent, bij desen verthoont, gebleecken ende gelesen, gelegateert gelijck hij doet bij desen aen juffr. Elisabeth de Boer, sijn comparants nichte, de somme van vijffhondert gulden die hij comparant ende testateur wilt ende begeert, dat nae sijn overlijden uijtte eerste ende gereetste sijner nae te laten goederen sullen werden voldaen ende betaelt voor ende al eer tot scheijdingen en deijlinge der goederen sal werden geprocedeert, ende daerenboven noch een eerlijcke rouw, soo van krippen, tabbaerdt, rock kousen, schoen ende 't gene vorders daertoe soo van kap als anders vereijst. Krijgt ook de noteboomen kast met goederen. Tevens zijn uijtdruckelijke wens dat na zijn overlijden zijn icht nog 6 weken in zijn huis mag blijven wonen. Zij heeft ongeveer 6 1/2 jaar, na het ovelijden van zijn vrouw, bij hem gewoont, sijn neringe en coopmanschap tot merckelijck boedels oirbaer en profijt etc. in feite dus zijn hele huishouding waargenomen. Verder zijn zijn vijff kinderen, Agnietje, Bastiaen, Hendrick, Jan en Gerrit Metman, zijn eenige en universele erffgenamen. [04-11-1691, 2190-17]
* 2190-18, notaris Christoffel Boumeister, d.d. 04-11-1689 Veenendaal. Elisabeth de Boer, wonende ten huijse van Sr. Gerrit Metman, koopman in laeckenen, te Veenendaal, stelt tot haere eenige ende universele erffgenaem, senieur Gerrit Metman.
* Elisabeth de Boer vraagt de kinderen van Gerrit Metman of zij gesint sijn het legaat van 500 gulden die zij zou erven van Gerrit Metman, willen voldoen. Niemand wil aan haar verzoek voldoen. Onbekend hoe dit is afgelopen. [02-01-1692, 2190-70]
 
* 2190-73. Evaluatie goederen nog uittikken.
* 2190-77. Gehele boedelscheiding nog uittikken.
 
* 2191-130. Den 27e dito geexpedieert op zegel van 12 stuijvers. Op huijden den 26e januari 1701, compareerde voor mij notaris 's hoofts van Utrecht, in Venendael residerende, ende voor de getuijgen nabenoempt Bastiaen, Hendrick ende Gerrit Metman, gebroeders, naergelate kinderen ende mede erffegenamen van zaliger Gerrit Metman, voorhun selven ende voorts haer sterckmaeckende en de rato caverende voor de vordere erffgenamen van haer voornoemde vader zaliger Gerrit Metman die in sijn leven oom ende bloedmomboir was van het onmundige naergelate kindt van Jan Jans Timmer ende Gijsbertje Willems Buddingh in haer beijden leven echteluijden, ende verclaerden de comparanten in voorschreven qualite bij desen onwederroepelijck te constitueren ende machtigh te maecken Maes Jacobs Voerman, omme te compareren voor den heere rentmeester van de Domainen 's lants van Utrecht; mitsgaders voor Tinsgenoten, ende aldaer in name ende van wegen haer comparanten in voorschreven qualiteijt naer costume ende gewoonlijcke forme te cederen, transporteren ende over te geven aen ende ten behoeve van Willem Lamberts van Hardevelt ende Anna Hendricx, welcke Anna Hendricx te vorens getrouwt is geweest aen Herman Tuijren, echteluijden ende haeren erven eens seeckere huijsinge en hoff met het gene daer in aert ende nagelvast is, ende de aengehorige landerijen, groot ongeveerlijck 2 mergen, daer ten oosten en zuijden de heer Gerrard van der Hem, ten westen Cornelis Buddingh ende ten noorden de gemene veengrift alomme naest gelandt, ende gelegen sijne, ofte wie anders met recht jegenwoordigh daer naestgelandt ende gelegen soude mogen wesen, sijnde erftpaght goet, van de voorschreven Domainen mette laste van den selven erffpacht, tot 5 gulden en 10 stuijvers jaerlijcx volgens den erffpaghtbrieff daer van sijnde ende voorts soo ende gelijck de coopcedulle tusschen den voorschreven Jan Jans Timmer ende den voornoemde Hardevelts voorlaet Herman Tuijren den 23e december 1679 opgericht, daervan vermelt ende mede brenght, mede in name van de comparanten, in hunne voorgemelte qualiteijt te bekennen van de totale coopspenningen voldaen en betaelt te wesen ende oock te beloven vrijdinge en waringe als erffcoop recht is; Belovende de comparanten de rato onder verbandt als nae rechten; versoeckende ende consenterende hier van ace de welcke is dese. Aldus gedaen en gepasseert in Venendael aende Stightse zijde ten huijse van den voornoemde Hardevelt, ter presentie van Thonis Jans van Benthum ende Jan Thonis van Benthum, als getuijgen.
* 2193-3, notaris Elias Verschuijr, d.d. 01-01-1704 Veenendaal. Bastiaen Metman, Hendrick ende Garrit Metman, Hendrick van Broeckhuijsen als getrouwt met Agnetje Metmans als kinderen van Garrit Metmans, gewoont hebben in de Rhenense Veenen, Item Cornelis Hoppelamp korenkoper tot Arnhem als in eijgendom becomen hebbende volgens testament in dato Melchior Cleijnberde gepasseert door de heer Pieterse de Cock, ijder voor een sesde part, een huijsinge, erve, staende binnen de stad Amsterdam op de Keijsersgraft bij de Leijtse Straet (= in de Crol, Keizersgracht), verclaerden te machtigen Garrit van Broeckhuijsen, wonende tot Amsterdam, om het te verkopen.
* Certificaten ende attestatien bij de Veenraden gegeven ende vercregen 1550-1782. - 04-07-1680, ouden stijll, certificatie: Gerrit Metman, veenraad, 06-03-1687, certificatie: Metman, veenraad.
* Bron als boven: 10-09-1677; Memorie van Namen: eygenaer de heren Van de Hem en Jacob Woutersen van Essen, yder voor een gedeelte; Paulus Poelgeest (?); nu eyenaers Gerrit Metman en Hendrick Aertsen en Jan en Aelbert Cornelissen, item Thonis Aelbert Steck als borch; nu eygenaers Aelbert Steck en de domheer Wijck, Peter de Goijer, burgemeester tot Amersfoort; eygenaer nu de kinderen van borgemeester De Goijer. Deze navolgende personen Geur Borderman, Peter en Wiilem en Joost en Grietge van Broeckhuisen en Ultje Joosten Steck met haar kinderen, mitsgaders Jacob Woutersz van Essen ende Adam Gerritsz, die welcke twe leste door coop sijn eygeaers ende possesseurs geworden voor een gedeelte; Gerrid Goversen en Jan Hendricksen Kuijper, sijn nu eijgenaers, de kinderen selfs van Gerrit Govertsz ende de weduwe ende kinderen van Jan Hendricksz Kuijper.
* Inv.nr. 32; Veenraadschap Gelderse en Rhenense Venen 1 omslag. Volmachten, door de Veenraden aan hun medeleden en anderen gegeven; index. - 22-03-1676, 02-04-1676 (in tweevoud) (veenr.), 12-04-1677 (veenr.), 22-04-1680 (met handtekening), 15-07-1680, 20-03-1681 (gewesen veenraad), Gerrit Metman, veenraad
* Zie RA Veenendaal 1825 no. 307, Morgenthaler 168/199; RA Veenendaal 1825/1 no. 438/679, 684, 685.
* In de kerk: no. 1 Betaalt Garrit Metman, een muijrgraff. Bron Eigenaren van graven in de kerk te Veenendaal
* RA Veenendaal 04-11-1698 Comparante mej. Elisabeth de Boer, wonende te Veenendaal ten huize van Gerrit Metman, gezond, wijst aan als universeel erfgenaam Gerrit Metman voornoemd, haar neef.
* Veenendaal 02-01-1692 Notaris Christoffel Bouwmeister. Gerrit Metman. GA Rhenen, 27-11-1693.
* Monsterrol 1672 Veenendaal: (dat ook betrekking hebben op zijn zoon): Benedenste Middelbuurt; no. 52v Gerrit Metman, mennonist
, zoon van Bastiaan METMAN (zie 4180) en Agnietje (zie 4181).
Gehuwd voor de kerk op 20-04-1649 te Rhenen (ned.ger.) met
2091 Elisabeth Janse TIMMER, geboren te Wageningen, overleden voor 1691, * grootmoeder: Anna Jans die dochter is van Jan Gijsbertsz.
* 1652-05-16 (RAW 173 fol. 51) Gerritje Peters weduwe van Johan Corneliss, bijgestaen van Marten Guertsen haren in desen verkooren ende ooc over haer onmundige soon genaempt Jan Janss met recht toegelaten mombar, item Gerrit Metman voor hem selve ende mede als man ende mombar sijner huijsvrouw Lijsbeth Janss, Otto van Beem ende Gerritje Janss echtel., ende deselver erffgenamen, seecker huijsingh ende erve binnen dese Stadt Wageninghen, aende Berchpoort staende in sijn bepalingh aen seecker Vicarij binnen Arnhem. Tot erffwaarschap overgevende en wegen als boven sodanige bezegelde brieven als comparanten daervan ten dien sine waren holdende. Geschiet [-] op ten 16 maij 1653. Bron: 'wie woonden waar in de binnenstad van Wageningen door A.C. Zeven'.
Dochter van Johan CORNELISS (Timmer) (zie 4182) en Gerritje PETERS (zie 4183).
Uit dit huwelijk:
1.  Agnietje (zie 1045).
2.  Bastiaan, geboren te Amsterdam, overleden na 1704, * erft d.d. 26-02-1692: een seecker stuk landts, genaemt 'den Eijckenboom', met de schuijr daarop staande, groot ongeveerlijck ses mergen ende gelegen alhier in Venendael aen de Gelderse zijde, daer ten oosten en noorden van Mr. Peter van Broeckhuijsen, ten westen de gemene Grift, ten zuijden Reijnier van Huijssum. Item noch een huijske met het aengehorende erffje, staende en de gelegen aen de Stichtse zijde in Venendael, omtrent het Verlaet, daer aen de eene zijde Jacob van Holten ende aen de andre zijde de weduwe van Dirck Claes, op de laste van den jaerlijcxen erffpacht tot seven gulden, sulcx de Domeinen 's lants van Utrecht daert uijt op Martinij in de winter, competeert inder die conditie nochtans dat hij bij den aenvanck van sijne voorschreven toegescheijde goederen die, als hier naer wert geseght, sal wesen op eerstcompsige Gertrudis deses jaers, sal moeten uijtkeren en de betalen aen het loth sulcx Gerrit Metman hier naer toegescheijden is, de somme van een hondert gulden. [2190-77]
* 2191-21, notaris Christoffel Boumeister, d.d. 15-04-1696 Veenendaal. Op zegel van 12 stuijvers uijtgegeven. Op huijden den 15 april 1696 compareerde voor mij Christoffel Boumeister, openbaer notaris 's hooffs van Utrecht, in Venendael residerende, ende voor de getuijgen naebenoept Gerrit ende Hendrick Jacobs van Essen, gebroeders, als momboiren en vooghden van de onmundige kinderen van Bastiaen Metman, bij hem aen des comparantens overleden suster Geertje Jacobs van Essen in huwelijk verweckt. - machtigen Johan van Amerongen, procureur voor het gerecht van Rhenen, om het recht van de onmundigen waer te nemen op de coopspenningen etc.
* 2191-22, notaris Christoffel Boumeister, d.d. 15-04-1696 Veenendaal. Op zegel van 12 stuijvers d.d. 18-04-1696. Op huijden den 15en april 1696 compareerde voor mij Christoffel Boumeister openbaar notaris, bij den Edele Hove van Utrecht totte exercitie vandien geeedt ende geadmiteert, in Venendael residerende, ende voor de getuijgen hier naegenoempt Cornelis Groenevelt, Anthonij Stip, Hendrick Metman, Jan Metman, Gerrit Metman ende Hendrick van Broeckhuijsen. ende verclaerden bij dese elcx voor een gerechte 8-ste part mede te sullen helpen lasten en dragen alle soodane onkosten als alrede gevallen sijn, over het proces soo haerlieden swagers Gerrit ende Hendrick Jacobs van Essen, als momboiren en voogden over de onmundige kinderen van Bastiaen Metman (der comparanten broeder en swager respective) bij hem aen zaliger Geertje Jacobs van Essen in huwelijck verweckt, voor den Edele Gerechte der stadt Rhenen geintenteert ende aengevangen hebben, tot het waernemen van de selve onmundigen haer recht op de coopspenningen soo geprocedeert ende gecomen sijn van de goederen van haerlieden voorschreven vader Bastiaen Metman, bij decreeth van welgemelte Gerecht van Rhenen onlanghs vercoft, ende die voorts tot den eijnde van die saecke off proceduijren noch sullen comen te vallen; Des dat de voornoemde momboiren gehouden blijven van tijt tot tijt alles, aengaende de voorschreven saecke, te doen met kennisse van de comparanten; Belovende alsulcx sij comparanten elcx voor een gerechte 8-ste part de voornoemde Gerrit ende Hendrick van Essen nopende de voorschreven gevallen, ende noch te valle costen effectivelijck te sullen garanderen cost ende schadeloos houden, daertoe verbindende mits dese haere personen ende goederen, met submissie van de selve aen allen heeren hoven ende Gerechten, buijten alle exceptien; Constituerende voorts de comparanten hiermede Johan van Amerongen, procureur ende Coenraedt Beeck, deurweerder tot Rhenen voorschreven te samentlijck, ende elcx in het bijsonder, omme te compareren voor den Gerechte aldaer, ende het gene verschreven te reitereren en bekennen, ende haer comparanten te samen ende een ijder van hun in het bijsonder daerinne (soo nodich) te laten condemneren in forma; Belovende de rato onder verbant als nae rechten; Ende versochten hier van acte, de welcke is dese; Aldus gedaen ende passeert in Venendael, aende Stightse zijde, ten huijse van Hendrick Jacobs van Essen, ten overstaen van Herman Arrissen Swart, ende Gerrit Weppelman, als getuijgen hiertoe versoght.

Ondertrouwd (1) op 06-03-1681 te Veenendaal, aangetekend 6/12/20 maart 1681, gehuwd voor de kerk op 27-03-1681 te Renswoude met Geertje Jacobs van ESSEN, overleden voor 1696, * Zie 2189-5, d.d. 24-04-1681 Veenendaal.
* Dat Bastiaen Metman boven de voorschreven twee hondert gulden voor hem ende sijnen erven sal hebben ende behouden een seecker stuck goets offe lant genaemt Spaenjaerts goet, groot ongeveerlijck vier mergen gelegen aent Benedeneijnt daer Noortwaers de gemene Grift, Oostwaerts de erffgenamen van Cornelis de Beet cum suis (= met gevolg), Zuijtwaerts Cornelis Gerrits ende Westwaerts Annichje Hendricx weduwe van Hendrick Beernts naestgelandt sijn; Item noch twee starten soo weij als veenlandt oock genaemt Reijer Bunten goet. Sijnde de voorste aende zijde naest Benedeneijndt gelegen, ende Zuijt-, West- ende Noortwaerts de erffgenamen van Jan Cornelis van Veenendael, ende Oostwaerts de erffgenamen van Hendrick Sijmons naestgelant ende de achterste start gelegen naest de zijde van 't Verlaet ende Oost, Zuijd ende Noortwaerts de erffgenamen van Jan Cornelis voorschreven ende Westwaers Brant Maessen naestgelant, ende gelegen ofte wie naest, ende rontsomme de voorschreven starten, huijsen ende landerijen, met recht gehuijst, geerff, ende gelegen soude mogen sijn; leggende alle de voorschreven huijsen en landerijen in Venendael aende Stichtse Zijde als bij de Acte van Estimatie in dato den 26e junij 1681 te sien is.[2189-52, notaris Christoffel Boumeister, d.d. 27-03-1682 Veenendaal]
, dochter van Jacob Wouterse van ESSEN (zie 2094) en Merrichje Gerrits van MAASEYCK (zie 2095).
Gehuwd voor de kerk (2) na 1698 met Claertje Cornelisdr van WIJCK, *U172a2-31, d.d. 05-05-1728, kwitantie, not. I. Munnicks, 1e partij: Gerrigje Metmans, onmondig, voogd Claertje van Wijck, moeder weduwe van Bastiaen Metmans. 2e partij: erven Frederick Verwout, ex. test: Jacob van den Doorslagh. Inhoud: voor voldoening legaat f. 300,- en halfjaar huurloon f. 16,- als dienstmaagd bij Frederick Verwout (heer van Darthuijsen). Verwijzingen: codicil d.d. 14-12-1727 voor notaris Jan van den Doorslag.
3.  Gerrit, geboren te Amsterdam, overleden na 1704, * 2191-22 zie Bastiaan Metman.
* 2195-144, notaris Elias Verschuijr, d.d. 04-11-1711. Lijftochten elkaar, benoemen momboiren, kinderen krijgen bij huwelijk 500 gulden uit de boedel, etc.
* 2190-77, d.d. 26-02-1699, Veenendaal. Dat Gerrit Metman boven de tweehondert guldens, sulcx sijne broeders Bastiaen ende Hendrick Metman, wegens haerde toegedeijlde loten 't samen aen hem gelijck vooren geseght, moet uijt keren ende voldoen, nog in eijgendom sal hebben ende behouden, een seecker huijske met een boomgaertje daer aen behoorende neffens drie parceeltjens bouwlant, en eenigh heijvelt, mitsgaders eenich weij en baggerlandt, soo ende gelijck t selve bj Wouter Gerrits jegenwoordich in huijren wert bewoont ende gebruijckt, staende ende gelegen alhier in Venendael aende Stichtse zijde in het Watermolense velt, groot ontrent seven mergen, en zijnde voor een gedeelte erffpachtplichtich aen de Domainen 's lants van Utrecht, die daer uijt jaerlijcx, op martinij in de winter elff gulden negen stuijvers, vier penningen competeert. Item noch ongeveerlijck vier de halve mergen lants, genaemt 'Suijckerweijde', alsmede gelegen in Venendael aen de Stichtse zijde, daer oostwaerts Aelbert Suckel cum suis, westwaerts Dirck Aerts van Essen, zuijtwaerts de kinderen van Aelbert Egberts ende noortwaerts de gemene Veengrift ront, somme naestgelegen sijn. Item ontrent seven hondt bouwlandt gelegen onder 't Schependom van Wageningen in de Rude Ende daer beneffens noch, in aensien van de minder waerdije van dit loth, op aenstaende Geertrudis deses jaers uijt den gemenen boedel in gereeden gelden genieten en ontfangen de somme van een honder en vijftich gulden. [26-02-1699, 2190-77]
.
Relatie met Annigje van BROEKHUIJSEN, dochter van Hendrik van BROEKHUIJSEN (zie 1044) en Grietje Joosten STECK.
4.  Hendrick, geboren te Amsterdam, overleden na 1718, * Dat Hendrick Metman voor hem ende sijnen erven voor sijne sede portie toegescheijde is; Een seecker huijs en hoff, met twee verscheijde starten off parcelen weij ende baggervelt staende ende gelegen aende Gelderse zijde in Venendael, sijnde de eene start lants gelegen cort achter het huijs ende de andere wat naer achteren, tusschen twee starten lants, toecomende Jan Maessen van Schaffelaer, groot met haer beijden ontrent vierdehalve mergen ende genaempt 'het Gasthuijs goet". daer zuijtwaerts Mr. Peter van Broeckhijsen ende noortwaerts Claes Hendricks metten sijnen naestgegoedet ende geerft sijnde. Item noch een stuck weij ende veenlandt, insgelijcx aende Gelderse zijne voorschreven gelegen, en groot ongeveerlijck sevende halve mergen, sijnde erffpachtplichtich aen de heer Johan van Ommeren, die daer uijt alle jaer op Geertrudis dacht een canon van achttien gulden competeert, belent te oosten de kindern van Cornelis Willems tot Manen, ten westen de kinderen van Jan van Broeckhuijsen, ten zuijden Jan Maessen van Schaffelaer, ende ter noorden Sander van Eijckenvelt. Item noch ongeveerlijck drie mergen en een vierendeel bouwlant, gelegen in Venendael aende Stichtse zijde, in het goet, 't welck genaempt wort 'Brouwer Ooms goet', daer oostwaerts de weduwe van Jan Anthonnis Brueren cum socijs, westwaerts Hendrick Vreeckenhorst, zuijtwaerts Wouter Cornelis ende noortwaerts Cornelis Frans Vos naestgelegen en de gelandt zijn. Des dat den selven Metman, gelijck bij het vorenstaende loth geseght, oock aen sijnen broeder Gerrit Metman, bij den aenvanck sal moeten uijtkeren ende voldoen de somme van een hondert guldens. [16-02-1692, 2190-77]
* 2190-84, Den 19en dito uijtgegeven op zegel van 12 stuivers. Op huijden den 13en maij 1692 compareerden voor mij Christoffel Boumeister, openbaer notaris 's hooffs van Utrecht in Venendael residerende, ende voor de getuijgen naerbenoempt juffrouw Elisabeth de Boer, ons notario ende getuijgen bekent. Ende verclaerde mits desen te constitueren ende volmachtich te maecken Hendrick Metman, haer comparantes neve, specialijck omme in name ende van wegen haer comparante in der minne ende soo nodich, met middelen van rechten in te vorderen en te ontfangen van Jan Remmes, woonende onder de hooge vrije heerlijckheijt van Renswoude, soodane somme van penningen als hij aen haer comparante noch schuldich is wegens pacht van 't hoijlant van Spaenjaerts goet, bij hem, neffens Cornelis Clomp van haer comparanten in den jaere 1689 gepacht. Item van Cornelis Holl, vijff gulden, tien stuivers, wegens pacht off huijr van naweijde van 't voorschreven Spaenjaerts goet, de anno 1691. Quitantie van den ontfanck te passeren ende in cas van onwillicheijt de debiteuren met middelen rechtens tot betaling te constringeren. Tot dien eijnde een off meer procureurs ad lites te mogen substitueren, ende voorts generalijck in dese voorschreven saecken te doen en te handelen soo sijnen goeder raedt gedragen sal, sonder eenige limitaite ende als off, sij comparant present sijnde selffs soude cunnen of te mogen doen, schoongenemoen, eenige naerdere off speciaelder last, dan voorschreven staet, wierde gerequireert, die bij desen in allen delen volcomentlijck wert gegeven. Des dat den geconstitueerde ende desselffs gespubstitueerde gehouden blijven ten allen tijden te doen reeckeningen bewijs ende reliqua van haeren ontfanck ende handelinge. Dit alles onder verbant submissie en renunciatie als nae reghten. Aldus gedaen en gepasseert en comptoire mijns notarij alhier in Venendael, ter presentie van Willem jans Ebben horst ende Willem Jelissen Snack, als getuijgen hier toe versocht.
* 2191-22 zie Bastiaan Metman.
* Op huijden den 7 martij 1718, compareerde voor mij Elias Verschuijr, openbaer notaris door den Ed. Hove van Utregt totte exercitie van dien geedt ende bij de Edele ende Achtbare magistraet der stad Rhenen geadmitteert, in Venendael residerende ende voer getuijgen naegenoempt Hendrick Metman, meerderjarige jongman, wonende alhier, ons notaris ende getuijgen wel bekent, met ons gaende ende staende, sijn verstand, redenen ende memorie nae behoren hebbende ende gebruijckende so opentlijck bleeck ende niet anders conde worden bemerckt. Ende gaff te kennen dat hij ondervonden hebbende niet seeckerder te wesen als de doot ende niet onseeckerder als de tijt ende uijre van dien en welcke onseeckerheijt willende voorcomen met dispositie over sijne tijdelijcke goederen, heeft eerst ende alvorens in cragte van octroij den 26 februari 1718 hem bij den Edele Hove van Utregt verleent gerevoceert, gecasseert ende geannuleert alle sodaene testamenten, codicillen, gifte ter saecke des doots, offte sodaene andere maeckingen als voor dato deses, eenigsints mogte hebben gedaen off gemaeckt ende daer na over sijne goederen disponerende, verclaerde te legateren, geven, maecken ende bespreecken, aen Petertje Metmansdogter, Maeijgjen van Essens kinderen 1000 gulden mits dat haer moeder Maeijgje van Essen soo langh sij de intresse daer van jegen 4 van het 140 gulden in het jaer genieten sal ende dat een vast hijpotheecq daer voor blijven sal moeten om dat des testateurs wille is, dat die duijsent gulden eerst nae het overlijden van Maeijgje van Essen sullen uijtgetelt werden. IJtem aen den mennoniten armen alhier in Venendael, 100 gulden ende aen de kinderen van Garrit Metman, alle sijnen huijsraedt ende inboedel ongemunt silver en voorts linne ende wolle, lederen, met alle het geene ten sijnen lijve behorende is. Ende verclaerde voort tot sijne eenige ende universele erffgenamen, van alle sijne vordere goederen hoedaennigh die mote sijn off waer ter plaetse gelegen soo met de doot ontruijmen en naelaeten sal, te nomineren ende te stelle gelijck was doende bij desen in 3 eegaele staecken, de kinderen van Agnietje Metman, de kinderen van Bastiaen Metman, mits uijtkerende aen haer vader soo langh hij leeft 40 gulden jaerlicx. IJtem mede voor de darde staeck de kinderen van Garrit Metman, stellende voorts tot executeurs van desen testamenten en voogden der onmundigen Garrit Metman ende Garrit van Broeckhuijzen, met magt wanneer ijmant van haer beijden mogt comen aff te sterven den langstlevende van hun beijde een ander in plaetse van den affgestorvene [can] aenstellen, secluderende ten dien mede uijt sijnen boedel in bewinde de Heeren van de magistraet ende weescamer der stad Rhenen ende voorts generalijck aller anderen der onmundigen Heeren oppervoogden, alle het geene voorschreven, verclaerde den comparant te wesen sijn testament, uijtterste ende laetste dispositie, dat hij wilde ende begeerde dat alsoo sijn effect mogt hebben ende sorteren het sij als een testament, codicille, gifte onder den levende oft uijt saecke des doots off soo sulcx best can bestaen schoon alle solemniteijten nae regten gerequireert mit mogten wesen, geobserveert waer van den comparanten begeerde gehouden te worden voor geexcuseert, versoeckende daer van acte, die is dese. Aldus gepasseert ten huijse van Garrit Metman, ter presentie van Berent Garritsen van Leuwen, Rutger Jacobsen ende Anthoni van der Horst, getuijgen hiertoe speciael versogt, die den minute nevens de comparanten ende mij notaria hebben onderteeckent op datum als boven. [07-03-1718, 2195-33]
* U151a1-48, d.d. 17-12-1711, procuratie, not. A. de Coole, Utrecht. Constituant: Adriana de Cruijf, weduwe van Willem de Vries. Geconstitueerde: Hendrik Metman, wonende Amsterdam, de Nes in Nieuw Malta. Betreft: om bij de VOC gage van + Dirck de Vries te innen.
* U153a6-55, d.d. 17-02-1733, procuratie, not. J. Vervoorn. Medeerfgenamen van Hendrik Metmans. Constituant: Henrick van Beeck x Catharina Metmans, nicht; Petronella Metmans, nicht; Gerrigje Metmans, nicht; Marcelis van Sutphen x Maeygje Metmans, nicht. Geconstitueerde: Gerard van Broekhuijsen, in 't Reenseveen. Betreft: tot transport van percelen land voor het gerecht van Rhenen.

5.  Jan, overleden voor 1704, * Dat Jan Metman, voor hem ende sijne erffgenamen te loote gevallen is, een seecker stuck goets, soo bouw, als weijlandt; mitsgaders heijvelt, en een hoff off boomgaertje, met de schuijr als anders daer op staende ende alle vorders op en dependentien, van dien, van outs genaempt 'het Oudehuijs', groot ongeveerlijck tien mergen, en streckende voor uijt Bisschop Davits grifte, zuijtwaerts op tot aen Cunerawech toe, daer oostwaerts het goet van het gasthuijs tot Rhenen, ende westwaerts Hendrik Aerts van Stuijvenburgh naest geerft ende gegoedet sijn; Ende nadien den selven en Jan Metman gehouden was, wegens de meerder waerdije van dit sijn toegevallen loth boven de andere gestelde looten, in den gemeen en boedel te betalen de somme van vijff hondert guldens, ende dat daer tegens hemm neffens Hendrick end eGerrit Metman ijder gelijcke somme van vijffhondert gulden uijt den gemenen boedel was competerende tegen dusdane somme als haerlieder broeder Bastiaen Metman, ende der selver susters Petertje ende Agnietje Metman voor hen en ijder tot houwelijcx goet hebben ontfangen ende genoten, soo is tussche de respective parthijen comparante bij dese overcomen ende geaccordeerd dat den voornoemde Jan Metman de selve uijt te keere vijffhondert gulden in den boedel niet sal gehouden wesen te brengen, nemaer tegens 't genoth van sijn voornoemde suster en broer de selve hebben ende blijven behouden sal. Ende sullen Hendrick ende Gerrit Metman ijder haere vijffhondert guldens uijt het gereede des boedels geniete. [16-02-1692, 2190-77]
* 2191-22 zie Bastiaan Metman.

6.  Petertje, geboren te Amsterdam, overleden voor 1699.
Relatie met Gerrit Jacobse van ESSEN, overleden op 29-09-1705 te Veenendaal, op die datum was het lichaam nog niet begraven. * Zie 2189-5, d.d. 24-04-1681 Veenendaal.
* Gerrit Jacobssen van Essen (oudste zoon!), voor hem ende sijnen erven sal hebben ende behoude een seecker stuck goets, ofte lant, genaemt Geresteijn, groot ongeveerlijck acht mergen, streckende voor uijt de gemene Grift tot achter aen het Bosch toe naest de zijde van het goet van Hendrick Aertssen. Item noch een huijske met het aengehorende erff, daer Dirck Willems van Wageningen jegenwoordich in is woonende, ende Noort, ende Oostwaerts de weduwe en kinderen van wijlen Wouter Stevens, Zuijtwaerts de gemene Grift, ende Westwaerts Gerrit Willems Timmerman naestgehuijst, ende geerft sijn, mits dat den selven in den gemenen boedel sal inbrengen een somme van vijftich gulden. [21-03-1682, 2189-52]
* Dat Gerrit Jacobs van Essen, in sijne voorgemelte qualite, te deele gevallen is, het huijs, met een schuijr ende erff daer aen behoorende, ende 't gene daer op in aert ende nagelvast is, daer der comparanten ouders in gewoont hebben en overleden sijn, ende aende eene zijde den voornoemde Gerrit Jacobs selffs, ende aende andere zijde 't voorschreven huijske, sulcx Hendrick van Broeckhuijsen toegedeijlt is, naest aen gehuijst ende geerft sijn. Item noch een seeckeren hoff ende boomgaert gelegen ontrent de merckt alhier in Venendael op de laste van den jaerlijcx ende erfpacht tot negen gulden, ten behoeve van de erffgenaemne van den heere Van Rijsenburgh daer uijt gaende, sijnde bepaelt te oosten Hendrick Jacobs van Essen, ten westen de kercke Wijck, ten zuijden Willem Lamberts ende ten Noorden de weduwe van Gerrit Hermans; Ende daerenboven op erstcompstige Geertrudis dese jaers, in consideratie van de minder waerdije van dith loth, ten respecte van de andere vorenstaende lothen, uijt den gemenen boedel in gelden noch sullende profiteren de somme van vijftich gulden.
't huijs dat Gerrit Jacobs van Essen toegevallen is, daar moeten in verblijven, de thoonbancken, mitsgaders winckel plancken ende voetebanck daerinne sijnde. [16-02-1692, 2190-77]
* 2191-22, zie Bastiaan Metman.
* 2191-66, notaris Christoffel Boumeister, d.d. 04-04-1698 Veenendaal. Gerrit Jacobs van Essen geeft te kennen dat hij op 23-08-1692 aan Hendrick van der Does heeft verkocht een hof en boomgaart, gelegen omtrent de Marckt, voor de som van fl. 275,- in 2 termijnen voldaen, de coopcedulle is bij Gerrit vermist, vandaar deze verklaring, dat de schuld is voldaan.
* 2193-44, notaris Elias Verschuijr, d.d. 29-09-1705 (op segel van 17 stuijvers uijtgegeven op 04-10-1705). Bastiaen, Hendrick ende Garrit Metman, Cors ende Jacob Evertsen, mitsgaders Hendrick Jacobsen van Essen, Cornelis Groenevelt ende Anthonij Stip als momboiren van de kinderen van Garrit van Essen, hebben geen of weinig kennis van de staat van de boedel van Garrit van Essen en willen deze niet aanvaarden voordat de boedel is onderzocht. Het lichaem van Garrit moet nog ter aarde gesteld worden.
Zoon van Jacob Wouterse van ESSEN (zie 2094) en Merrichje Gerrits van MAASEYCK (zie 2095).

2092 Sander STIP.
Relatie.
Uit deze relatie:
1.  Anthony (zie 1046).
2.  Elisabeth Sanders, overleden voor 1733, * niet zeker.
Gehuwd voor de kerk op 17-01-1686 te Veenendaal, hij weduwnaar van Henrickje Gerrits van Dijcker met Henrick Evertsen SLOCK, onderschout van Veenendaal, * 27. Een grote huizing en een klein huisje daarnaast met slijkgrond, hoven, boomgaar en toebehoren, noord en oost: Cornelis Jansz., zuid: Albert Stek en Elisabeth zelf, west: de gemene grift; een huijzing, hof, boomgaard wei- en bouwland, slijkgrond met 31/2 morgen, oost: de gemene grift, zuid: Jan Gijsbertsz, west: Gillis de Ridder, noord: de molenaars van de nieuwe molen te Veenendaal; de helft van een huizing met twee weitjes, genaamd de Bleijck, waarvan Albert Stek de andere helft heeft, oost: erven Tonis Albertsz Stek, zuid: Albert Stek, west: de gemene grift: noord, de bovenstaande grote huizing een stert veen en grond in de Sack oost en west: erven tonis Albertsz Stek, zuid: Willem van Grootveld en weduwe Christoffel Bouwmeester, noord: Jacob Woutersz en Tonis Rudolfsz, zijnde haar goed in Veenendaal aan de Gelderse zijde. * Het leen 27 gesplitst in 27A, 27B en 27C. * het leen 27B Een groot en een klein huisje met de grond gesplitst in 27D en 27E.
* 27D. Een grote huizing met slijkgrond, boven boomgaard en toebehoren.
- 23-02-1680: Hendrik Jansz, 143 fol. 36.
- 29-01-1701: Hendrik Slok, onderschout van Veenendaal, bij dode van Hendrik Jansz, zijn schoonvader, 143 fol. 36.
* 27F. De helft van een schuur en tabaksland aan de noordzijde, voor breed achter de schuur 3 roeden en achter 25 voet, voor op ''t tabaksland 5 roeden en achter 4 roeden en 5 a 6 voet Utrechtse maat, aan de Middelbuurt, strekkend van de veengriftdijk tot Willemijn Snoekeveld en Maaike Stip, weduwe Snoekeveld, zuid: weduwe Bolderman (1740: Hendrik van Brakel; 1773: Johan van Brakel), noord: weduwe Nikolaas Evertsz van Veldhuizen, Willemijntje Snoekeveld en weduwe Snoekeveld (1773: Dirk van Gein; 1807: Rudolf van Gein), met recht van overpad over het eerste perceel, behorend aan zijn vader, (1740f: over het perceel van Hendrik van Brakel), (1799: in de Nieuwebuurt), (1807: zijnde een woon- en werkhuis met schuur en ca. 100 tabaks- en hofland in de Middelbuurt, west: de gemene weg, oost: Cornelis Groeneveld c.s.). : - 02-02-1733: Sander Slok, onderschout van Veenendaal aan de Gelderse zijde, gehuwd met Willemijnje Everts, bij kaveling met Hendrik Slok, zijn vader, weduwnaar van Elisabeth Stip, 144 fol. 22v-23. - 03-08-1740: Jacob de Kuiper bij overdracht door Sander Slok na koop voor f. 1200,-, 155 fol. 66v.


2094 Jacob Wouterse van ESSEN, veenraad, kameraar, mennonist, geboren te Scherpenzeel, begraven op 10-02-1681 te Veenendaal, * Bron: Luid- en begraafgelden 1574-1810: 1680-1681 (VA-K 59) Reekene[n]gee van de dooden dye in de kerck begravan sijn. : - Febrywary den 10 dyto is beegraven Jacob Woutersen van Eessen. f. 0-4-0. * 2189-5, d.d. 24-04-1681 Veenendaal. Uijtgegeven op zegel van 6 stuijvers den 24e april 1681. Huijden den 24e april 1681 compareerde voor mij, Christoffel Boumeister, openbaar notaris totte exercitie vandien geeedt ende geadmitteerd bij den Edele hove van Utrecht ende voor de getuijgen nabenoemd, Cristina Jacobs van Essen, in desen vermits de absentie van haer man Cornelis Groenevelt, geassisteert met mij notario tot een momber, Peterke Metmans, huijsvrouw van Gerrit Jacobs van Essen ende Aeltge Jacobs van Essen, huijsvrouw van Anthonij Stip, mitsgaders Bastiaen Metman, als getrouwt hebbende Geertje Jacobs van Essen ende Hendrick Jacobs van Essen, alsmede Teuntge Jacobs van Essen met mij notario in desen als momber geassisteert ende haer al te samen sterckmaeckende ende de rato caverende voor Theodorus Brugsman als getrouwt geweest sijnde aen Hillichje Jacobs van Essen, sijn overleden huijsvrouw daer bij hij blijckende geboorte heeft, te samen kinderen ende erffgenamen, respectivelijck van Jacob Woutersen van Essen, bij hem sijn leven aen Marja Gerrits, sijn overleden huijsvrouw geprocreeert ende naegelaten ende verclaerde ijder in sijn qualite te constitueren ende machtich te maecken, gelijck sij doch cracht deses, de voorschreven Gerrit Jacobs van Essen ende Anthonij Stip, te samen ende een ijder van haer in het bijsonder, in omnibus ad lites, in communij forma, cum potestae substituendi et ratificatione actorum ende specialijk in haer comparants saecke tegens de heer Jacob van Solingen. Belovende de rato onder het verbant als nae rechten versoeckende hier van acte, daer voor dese dient. Aldus gedaen ende gepasseert in Venendael aende Stichtse zijde ten overstaen van Gerrit Metman ende Hendrick Jans Sas, als gelooffweerdige getuijgen hier toe versocht.
* 2189-7, notaris Christoffel Boumeister, d.d 27-04-1681 Veenendaal. De kinderen en echtgenoten machtigen Anthonij Stip alle uitstaande schulde en credits in te vorderen en te ontvangen het gestichte van Utrecht of in Gelderland
* 2189-21. Uijtgegeven op zegel van 3 glden den 6 julij 1681. Op huijden den 26 junij 1681, oude stijll, compareerde voor mij Christoffel Boumeister, openbaer notaris bij den Edele Hove van Utrecht totte exercitie van dien geeedt ende geadmitteert in Venendael residerende ende voor de getuijgen hier onder genomineert, Reijnier van Huijssum ende Jan Maessen, alle beijde van competenten ouderdom ende haer de gelegenheijt ende waerdije vandien seer wel verstaende ende verclaerden bij haere manne waerheijt, dat sij op de 7e junij deses jaers 1681, als versocht sijnde van Gerrit Hendrick ende Teuntje Jacobs van Essen sijnde sij Teunisje Jacobs van Essen in desen (voor soo veel nodich) geadsisteert met mij notario tot momber voor haer selven mitsgaders Cornelis Groenevelt, Anthonij Stip, Bastiaen Metman ende Theodorus Brughman, nomine uxorum, ende hij Brughman voornoemt mede als vader ende voocht van sijn onmundich soontje Johan Brughman, te samen kinderen ende erfgenaemen respectivelijck van wijlen Jacob Wouterssen van Essen ende Maria Gerrits in haer leven echtelieden naer voorgaende oculaire inspectie, en de rijpelijcken overslach onpartijdelijck, ende in alle oprechticheijt hebben getaxeert, geestimeert ende geweerdeert, gelijck sij lieden verclaerden te taxeren, estimeren ende weerderen bij desen, de naebeschreve huijsen ende landerijen, sulcx de selve naegelaten en metter doot ontruijmt sijn bij de voornoemde Jacob Wouterssen ende Maria Gerrits, eerstelijk een huijs, schuijr ende erff met all het gene daer is, op aert ende nagelvast is ende toebehorende daer den voornoemde Jacob Wouterssen in heeft gewoont ende overleden is op de somme van eendusent en hondert gulden (fl. 1.100,-), staende ende gelegen alhier in Venendael, aende Stichtse zijde, daer Oosten Gerrit Metman ende Westwaerts de weduwe ende kinderen van wijlen Mr. Jan Volwens, in sijn leven chirurgijn, naestgehuijst ende geerft sijn. Item een seecker weijtje groot ongeveere eene mergen en een vierendeel gelegen in Venendaell aende Stichtse Verlaet aan het Benedeneijndt, daer noortwaerts de gemene grift, Oostwaerts de weduwe van Hendrick Peters Waecker, tot Arnhem, Zuijtwaerts de kinderen ende erffgenamen van de heer Johan van Wijck zaliger, ende Westwaerts Gerrit Metman, naesgelant, ende gelegen sijn, op de somme van 300 gulden. Item een seecker stuck goets met de bepotinge ende betimmeringedaer op staende groot ongeveerlijck in het geheel met ontrent anderhalve mergen bouwlandt daer achter gelegen vier mergen en drie quartier alsmede gelegen in Venendael aende Stichtse zijde voorschreven ontrent het Verlaet genaemt het Goijersgoet, daer rontomme het weijlandt, oostwaerts de eerwaarde ds. Johannes Brinckhuijsen ende de weduwe van Cornelis Dircksen, zuijtwaerts Jasper van Schadijck, westwaerts Roeloff Lamberts van Hardevelt cum suis ende noortwaerts de gemene griff, ende ten noorden het bouwlandt de voorschreven Jasper van Schadijck, ten oosten de voornoemde Brinckhuijsen, ten zuijden Adam Gerrits van Weelderen en ten westen de voornoemde Roeloff Lambertssen van Hardevelt naestgelandt ende gelegen sijn ende dat op de jaerlijcxen erffpacht tot 13 gulden 19 stuijvers, 8 penningen, die den Domeijnen 's lants van Utrecht daer uijt jaerlijcks sijn competerende als mede op den last van het jaerlijcks huijsgelt op de somme van 1400 gulden. Item een seecker huijs, schuijren, bergh, ende vorder getimmer mette aende gehorende landerijen streckende voor uijt de gemene grift tot aen Cunerawech toe met alle hetgene daer in op aert ende nagelvast is, groot ongeveerlijck 12 mergen, staende ende gelegen in Venendael aen de Stichtse zijde voorschreven, daer oostwaerts de voornoemde erffgenamen, zuijtwaerts Cunerawech, wetwaets den meergemelten Brinckhuijsen ende noortwaerts de gemene grift naest gelant, ende gelegen sijn opde somme van 2400 gulden. Item een stuck goets offe landt genaemt Geresteijn, naest de voorschreven hoffstede gelegen, streckende voor uijt de gemene griff tot aen het Bosch toe, groot ongeveerlijck 8 mergen, daer ten oosten noch een stuck goets oock genaemt Geeresteijn, dat de voornoemde erffgenamen toebehorende is, gelegen leijt, op somme van 950 gulden. Item het ander voorschreven stuck goets dat oock genaemt wort Geeresteijn ende oock ongeveerlijck 8 mergen groot is ende streckende mede voor uijt de Grift tot achter aen het Bosch toe, naest de zijde van Hendrick Aertssen goet op somme van 1200 gulden. Item 2 starten soo weij als veenlandt genaemt Reijer Buntengoet, te weten de voorste aende sijde naest, Verlaet daer oost ende zuijtwaerts Jan Cornelissen van Venendael, westwaerts Jan Maessen ende noortwaerts de gemene Grift ende naest de achterste aende zijde van het Benedeneijnt, oostwaerts de erffgenamen van Hendrick Sijmonssen. Zuijt, west ende noortwaerts de voornoemde Jan Corneliss gelant ende gelegen, sijn op somme van 500 gulden. Item een seecker huijske met het aengehorende erff, daer Dirck Willemssen in is woonende ende noort, ende oostwaerts de weduwe ende kinderen van wijlen Wouter Stevenssen, zuijtwaerts de gemene Grift ende westwaerts Gerrit Willemssen Timmerman, in Venendael, aende Stichtse sijde voorschreven naest gehuijst ende geerft sijn, op somme van 250 gulden. Item een seecker stuck goets ofte landt genaemt Spaenaersgoets, groot ongeveerlijck vier mergen gelegen aen het Benedeneijndt in Veenendael aende Stichtse zijde daer noortwaers de gemene Griff, oostwaers de erffgenamen van de Beet, cum suis, zuijtwaerts Cornelis Gerrits ende westwaerts Annichje Peters, weduwe van Hendrick Beerents naestgelandt, ende gelegen sijn, op de somme van 900 gulden. Item noch 2 starten soo weij als veenlandt oock genaemt Reijer Buntengoet te weten de voorste naert Benedeneijnt toe daer zuijt, west ende noortwaerts Jan Cornelis voorschreven, ende oostwaers de voornoemde erffgenamen van Hendrick Sijmonsen ende aende oost, zuijt ende noortzijde van de achterste nae de sijde van het Verlaet, Jan Cornelis voorgelegen ende westwaers Brant Maessen naest gelant ende gelegen sijn op de somme van 300 gulden. Item een stuck goets offe landt genaemt de Schouteweij op de somme van 1600 gulden, staende ende gelegen in Venendael aende Stichtse zijde voornoemt daer ten noorden de gemene grift, oostwaers Willem van Schadijck cum suis, zuijtwaers Jacob van Holten ende westwaers Gijsbertje Willems laest weduwe van Jacob Petersen Holl naestgelant ende gelegen sijn, off wie anders met recht rontsomme dit ende de andere huijsen ende landerijen hier vorens gemelt, gelant ende gelegen soude mogen wesen groot ongeveerlijck 6 mergen, edoch soo groot ende cleijn als hetselve ende de andere voor gementioneerde landerijen ende huijsen staende ende gelegen sijnde in Venendael aen de Stichtse zijde [duckglt] met praesentatie van dese estimatie offe weerderinge ten allen tijden noch naerder te beduijden ende met goede redenen te verifieren, verclaerende bovendien de comparanten at (inval het tegenwoordich haerlieden gelegenheijt toeliet eenige goederen aen te coopen, de selven goederen voorschreven geestimeerde somme seer geerne te willen aennemen. Alsoo de selve goederen in der daet meerder somme weerdich sijn, versoeckende te comparten, mitsgaders de voornoemde erffgenamen hier van acte in forma die ick notaris gegonst hebben ende is dese. Aldus gedaen ende gepasseert in Venendael aende Stichtse zijde, ten overstaen van Mr. Gerrit Volwens, chirurgijn ende Gijsbert Peterssen van Welhuijsen als getuijgen van geloven hier toe versocht.
* Certificaten ende attestatien bij de Veenraden gegeven ende vercregen 1550-1782: 02-10-1660 Jacob Woutersz van Essen, veenraad, 28-06-1668 Jacob Wouterse van Essen.
* Inv.nr. 32, veenraadschap Gelderse en Rhenense Venen, 1 omslag. Volmachten, door de veenrade aan hun medeleden en anderen gegeven. 06-02-1660; Jacob Woutersen van Essen.
* Publicaties van de Veenraden 1660-1890: 20-03-1681: vergadering over rekeningen, cameraers, in de schole van de kinderen of te erfgenamen van wijlen Jacob Woutersz van Essen, in sijn leven gewesene cameraar der Gelderse ende Rhenense veenen; tot het doen van een reeckening van Aelbert Steck.
* Bron als boven: 02-04-1681 - doen en sluiten van cameraersrekening, in de scole de reeckening van Aelbert Steck ende de erffgenamen van Jacob Woutersz van Essen
* idem: 05-06-1681 - ofte liquidatie met de kinderen ende erffgenamen van wijlen Jacob Woutersz van Essen.
* Monsterrol 1672 Veenendaal: Benedenste Middelbuurt; no. 52v Jacob Woutersz van Essen
, zoon van Wouter (Jacobse?) van ESSEN (zie 4178).
Gehuwd voor de kerk op 21-01-1639 te Rhenen (gerecht) met
2095 Merrichje Gerrits van MAASEYCK, overleden voor 1681, voor 26 juni.
Uit dit huwelijk:
1.  Aeltien Jacobs (zie 1047).
2.  Christina Jacobs, * zie 2189-5, d.d 24-04-1681 Veenendaal.
* Dat Cornelis Groenevelt voor hem ende sijnen erven toegescheijden is, een seecker huijs, schuijr ende erff met alle 't geene daer in op aert ende nagelvast is daer Jacob Wouters van Essen zaliger in gewoont ende overleden is ende aende Oostzijde Gerrit Metman ende aende Westzijde de weduwe ende kinderen van wijlen Mr. Jan Volwens, in sijn leven chirurgijn naestgehuijst, groot ongeveerlijck eene mergen en een vierendeel gelegen aent Benedeneijndt daer Noortwaerts de gemene Grift, Oostwaerts de weduwe van Hendrick Peters Waecker tot Arnhem, Zuijtwaerts de kinderen ende erfgenamen van de heere Johan van Wijck ende gelegen sijn genaemt Claes Pouwels weijtge. [2189-52, 21-03-1682]
.
Relatie met Cornelis GROENEVELT.
3.  Geertje Jacobs, overleden voor 1696, * Zie 2189-5, d.d. 24-04-1681 Veenendaal.
* Dat Bastiaen Metman boven de voorschreven twee hondert gulden voor hem ende sijnen erven sal hebben ende behouden een seecker stuck goets offe lant genaemt Spaenjaerts goet, groot ongeveerlijck vier mergen gelegen aent Benedeneijnt daer Noortwaers de gemene Grift, Oostwaerts de erffgenamen van Cornelis de Beet cum suis (= met gevolg), Zuijtwaerts Cornelis Gerrits ende Westwaerts Annichje Hendricx weduwe van Hendrick Beernts naestgelandt sijn; Item noch twee starten soo weij als veenlandt oock genaemt Reijer Bunten goet. Sijnde de voorste aende zijde naest Benedeneijndt gelegen, ende Zuijt-, West- ende Noortwaerts de erffgenamen van Jan Cornelis van Veenendael, ende Oostwaerts de erffgenamen van Hendrick Sijmons naestgelant ende de achterste start gelegen naest de zijde van 't Verlaet ende Oost, Zuijd ende Noortwaerts de erffgenamen van Jan Cornelis voorschreven ende Westwaers Brant Maessen naestgelant, ende gelegen ofte wie naest, ende rontsomme de voorschreven starten, huijsen ende landerijen, met recht gehuijst, geerff, ende gelegen soude mogen sijn; leggende alle de voorschreven huijsen en landerijen in Venendael aende Stichtse Zijde als bij de Acte van Estimatie in dato den 26e junij 1681 te sien is.[2189-52, notaris Christoffel Boumeister, d.d. 27-03-1682 Veenendaal]
.
Ondertrouwd op 06-03-1681 te Veenendaal, aangetekend 6/12/20 maart 1681, gehuwd voor de kerk op 27-03-1681 te Renswoude met Bastiaan METMAN, geboren te Amsterdam, overleden na 1704, * erft d.d. 26-02-1692: een seecker stuk landts, genaemt 'den Eijckenboom', met de schuijr daarop staande, groot ongeveerlijck ses mergen ende gelegen alhier in Venendael aen de Gelderse zijde, daer ten oosten en noorden van Mr. Peter van Broeckhuijsen, ten westen de gemene Grift, ten zuijden Reijnier van Huijssum. Item noch een huijske met het aengehorende erffje, staende en de gelegen aen de Stichtse zijde in Venendael, omtrent het Verlaet, daer aen de eene zijde Jacob van Holten ende aen de andre zijde de weduwe van Dirck Claes, op de laste van den jaerlijcxen erffpacht tot seven gulden, sulcx de Domeinen 's lants van Utrecht daert uijt op Martinij in de winter, competeert inder die conditie nochtans dat hij bij den aenvanck van sijne voorschreven toegescheijde goederen die, als hier naer wert geseght, sal wesen op eerstcompsige Gertrudis deses jaers, sal moeten uijtkeren en de betalen aen het loth sulcx Gerrit Metman hier naer toegescheijden is, de somme van een hondert gulden. [2190-77]
* 2191-21, notaris Christoffel Boumeister, d.d. 15-04-1696 Veenendaal. Op zegel van 12 stuijvers uijtgegeven. Op huijden den 15 april 1696 compareerde voor mij Christoffel Boumeister, openbaer notaris 's hooffs van Utrecht, in Venendael residerende, ende voor de getuijgen naebenoept Gerrit ende Hendrick Jacobs van Essen, gebroeders, als momboiren en vooghden van de onmundige kinderen van Bastiaen Metman, bij hem aen des comparantens overleden suster Geertje Jacobs van Essen in huwelijk verweckt. - machtigen Johan van Amerongen, procureur voor het gerecht van Rhenen, om het recht van de onmundigen waer te nemen op de coopspenningen etc.
* 2191-22, notaris Christoffel Boumeister, d.d. 15-04-1696 Veenendaal. Op zegel van 12 stuijvers d.d. 18-04-1696. Op huijden den 15en april 1696 compareerde voor mij Christoffel Boumeister openbaar notaris, bij den Edele Hove van Utrecht totte exercitie vandien geeedt ende geadmiteert, in Venendael residerende, ende voor de getuijgen hier naegenoempt Cornelis Groenevelt, Anthonij Stip, Hendrick Metman, Jan Metman, Gerrit Metman ende Hendrick van Broeckhuijsen. ende verclaerden bij dese elcx voor een gerechte 8-ste part mede te sullen helpen lasten en dragen alle soodane onkosten als alrede gevallen sijn, over het proces soo haerlieden swagers Gerrit ende Hendrick Jacobs van Essen, als momboiren en voogden over de onmundige kinderen van Bastiaen Metman (der comparanten broeder en swager respective) bij hem aen zaliger Geertje Jacobs van Essen in huwelijck verweckt, voor den Edele Gerechte der stadt Rhenen geintenteert ende aengevangen hebben, tot het waernemen van de selve onmundigen haer recht op de coopspenningen soo geprocedeert ende gecomen sijn van de goederen van haerlieden voorschreven vader Bastiaen Metman, bij decreeth van welgemelte Gerecht van Rhenen onlanghs vercoft, ende die voorts tot den eijnde van die saecke off proceduijren noch sullen comen te vallen; Des dat de voornoemde momboiren gehouden blijven van tijt tot tijt alles, aengaende de voorschreven saecke, te doen met kennisse van de comparanten; Belovende alsulcx sij comparanten elcx voor een gerechte 8-ste part de voornoemde Gerrit ende Hendrick van Essen nopende de voorschreven gevallen, ende noch te valle costen effectivelijck te sullen garanderen cost ende schadeloos houden, daertoe verbindende mits dese haere personen ende goederen, met submissie van de selve aen allen heeren hoven ende Gerechten, buijten alle exceptien; Constituerende voorts de comparanten hiermede Johan van Amerongen, procureur ende Coenraedt Beeck, deurweerder tot Rhenen voorschreven te samentlijck, ende elcx in het bijsonder, omme te compareren voor den Gerechte aldaer, ende het gene verschreven te reitereren en bekennen, ende haer comparanten te samen ende een ijder van hun in het bijsonder daerinne (soo nodich) te laten condemneren in forma; Belovende de rato onder verbant als nae rechten; Ende versochten hier van acte, de welcke is dese; Aldus gedaen ende passeert in Venendael, aende Stightse zijde, ten huijse van Hendrick Jacobs van Essen, ten overstaen van Herman Arrissen Swart, ende Gerrit Weppelman, als getuijgen hiertoe versoght.
Zoon van Gerrit Bastiaans METMAN (zie 2090) en Elisabeth Janse TIMMER (zie 2091).
4.  Gerrit Jacobse, overleden op 29-09-1705 te Veenendaal, op die datum was het lichaam nog niet begraven. * Zie 2189-5, d.d. 24-04-1681 Veenendaal.
* Gerrit Jacobssen van Essen (oudste zoon!), voor hem ende sijnen erven sal hebben ende behoude een seecker stuck goets, ofte lant, genaemt Geresteijn, groot ongeveerlijck acht mergen, streckende voor uijt de gemene Grift tot achter aen het Bosch toe naest de zijde van het goet van Hendrick Aertssen. Item noch een huijske met het aengehorende erff, daer Dirck Willems van Wageningen jegenwoordich in is woonende, ende Noort, ende Oostwaerts de weduwe en kinderen van wijlen Wouter Stevens, Zuijtwaerts de gemene Grift, ende Westwaerts Gerrit Willems Timmerman naestgehuijst, ende geerft sijn, mits dat den selven in den gemenen boedel sal inbrengen een somme van vijftich gulden. [21-03-1682, 2189-52]
* Dat Gerrit Jacobs van Essen, in sijne voorgemelte qualite, te deele gevallen is, het huijs, met een schuijr ende erff daer aen behoorende, ende 't gene daer op in aert ende nagelvast is, daer der comparanten ouders in gewoont hebben en overleden sijn, ende aende eene zijde den voornoemde Gerrit Jacobs selffs, ende aende andere zijde 't voorschreven huijske, sulcx Hendrick van Broeckhuijsen toegedeijlt is, naest aen gehuijst ende geerft sijn. Item noch een seeckeren hoff ende boomgaert gelegen ontrent de merckt alhier in Venendael op de laste van den jaerlijcx ende erfpacht tot negen gulden, ten behoeve van de erffgenaemne van den heere Van Rijsenburgh daer uijt gaende, sijnde bepaelt te oosten Hendrick Jacobs van Essen, ten westen de kercke Wijck, ten zuijden Willem Lamberts ende ten Noorden de weduwe van Gerrit Hermans; Ende daerenboven op erstcompstige Geertrudis dese jaers, in consideratie van de minder waerdije van dith loth, ten respecte van de andere vorenstaende lothen, uijt den gemenen boedel in gelden noch sullende profiteren de somme van vijftich gulden.
't huijs dat Gerrit Jacobs van Essen toegevallen is, daar moeten in verblijven, de thoonbancken, mitsgaders winckel plancken ende voetebanck daerinne sijnde. [16-02-1692, 2190-77]
* 2191-22, zie Bastiaan Metman.
* 2191-66, notaris Christoffel Boumeister, d.d. 04-04-1698 Veenendaal. Gerrit Jacobs van Essen geeft te kennen dat hij op 23-08-1692 aan Hendrick van der Does heeft verkocht een hof en boomgaart, gelegen omtrent de Marckt, voor de som van fl. 275,- in 2 termijnen voldaen, de coopcedulle is bij Gerrit vermist, vandaar deze verklaring, dat de schuld is voldaan.
* 2193-44, notaris Elias Verschuijr, d.d. 29-09-1705 (op segel van 17 stuijvers uijtgegeven op 04-10-1705). Bastiaen, Hendrick ende Garrit Metman, Cors ende Jacob Evertsen, mitsgaders Hendrick Jacobsen van Essen, Cornelis Groenevelt ende Anthonij Stip als momboiren van de kinderen van Garrit van Essen, hebben geen of weinig kennis van de staat van de boedel van Garrit van Essen en willen deze niet aanvaarden voordat de boedel is onderzocht. Het lichaem van Garrit moet nog ter aarde gesteld worden.

Relatie met Petertje METMAN, geboren te Amsterdam, overleden voor 1699, dochter van Gerrit Bastiaans METMAN (zie 2090) en Elisabeth Janse TIMMER (zie 2091).
5.  Hilligje, overleden voor 1681, * Zie 2189-5 d.d. 24-04-1681 Veenendaal.
* Dat Theodorus Brughman voor hem ende sijnen erven hebben en behouden sal, een seecker stuck goets offe lant genaemt de Schoutenweij gelegen aen't Benedeneijndt, groot ongeveerlijck ses mergen, daer Noortwaers de gemene Grift, Oostwaerts Willem van Schadijck cum suis (= met gevolg), Zuijtwaerts Jacob van Holten ende Westwaerts de kinderen ende erffgenamen van Gijsbertge Willems, laest weduwe van Jacob Peters Holl, naesgelant ende gelegen sijn ende dat in aensien, Brughman wegens sijn toegedeijlde loth aen het loth van Bastiaen Metman hier navolgende moeste toegeven twee hondert Caroli guldens ende dat bovendien noch gehouden was weder in den boedel te brengen een capitale somme van vier hondert gulden, sulcx bij hem ten houwelijck genooten waeren; soo heeft den selven in voldoeninge vandien tot sijnen laste genomen sulcx hij doet bij desen het capitale van ses hondert gulden, sulcx den Agniete Conventen tot Rhenen op den boedel spreeckende heeft; sijnde gevesticht in de vier starten van Reijer Bunten goet; Des dat Bastiaen Metman daer tegens de twee hondert gulden, sulcx hem uijttet loth van Brughmans gelijck voorschreven waeren competerende, uijtten gemenen boedel trecken sal. [2189-52, 21-03-1682]
.
Gehuwd voor de kerk op 25-04-1675 te Veenendaal met Theodorus BRUGHMAN, * Christina Groenevelt huijsvrou van Theodorus Brugman, wonende tot Vianen, geassisteert metten selve haeren man haeren gecoren vooght in desen, ende verclaerden bij dese te approberen ende van vollen waerden te houden sodanigen vestenis van seshondert gulden capitael mette renten van dien tegens vijff gulden tien stuijvers van 't hondert in 't jaer etc. [14-04-1686, 2189-164].
6.  Teuntje, * Zie 2189-5, d.d. 24-04-1681 Veenendaal.
* Dat Teuntje Jacobs van Essen, voor haer ende haeren erven sal hebben ende behouden een seecker stuck goets, met de bepotinge, ende betimmeringen daerop staende ende vordere ap- en dependentien van dien; leggende ontrent het Verlaet, genaemt het Goijersgoet, groot ongeveerlijck, met ontrent anderhalve mergen bouwlant, daer achter gelegen vier mergen en drie quartier, sijnde ront somme het weijlant gelant de volgende personen. Oostwaerts den Eerw. Ds. Joannes Brinckhuijsen ende de weduwe van Cornelis Dircks, Zuijtwaerts Jasper van Schadijck, Westwaerts Roeloff Lamberts van Hardevelt cum suis (= met gevolg) ende Noortwaerts de [al]gemene Grift ende om het bouwlant Noortwaerts gelant ende gelegen, de voorschreven Jasper van Schadijck, Oostwaerts den voornoemde Brinckhuijsen, Zuijtwaerts Adam Gerrits van Weelderen ende Westwaerts den voornoemde Roeloff Lamberts van Hardevelt, ende dat op den jaerlijcxen erffpacht tot dertien gulden, negentien stuijvers, acht penningen, die de Domeijnen 's lants van Utrecht daer uijt jaerlijcx sijn competerende alsmede op last van het jaerlijcxe huijsgelt.

7.  Hendrik JACOBSE (van Essen), * Zie 2189-5, d.d. 24-04-1681 Veenendaal.
* 2189-118, notaris Christoffel Boumeister, d.d. 14-10-1684, Veenendaal. De heer Aelbert Steck en zijn zooon Joost Steck, machtigen Jasper van Schaijck en Willem Jelissen Snack om in hun naam te compareren voor de Edele heere Everhard Both van der Eem, raedt 's lants van Utrecht, mitsgaders voor thinsgenoten om te transporteren volgens costume en gewoonlijcke requisite aen Hendrick Jacobs van Essen ende Elisabeth Harmans Tuijren, echteluijden, ende haeren erven, een seeckere huijsinge ende hoffstad met een bergh, baggerschuijr, ende aengehoorende veen ende weijlanden, oock bouwlande, groot in 't mergentael, 14 mergen, sijnde erfpachtgoed van de voorschreven Domijnenen, erfpacht is 48 gulden en 6 stuijvers jaerlijcx.
* Hendrick Jacobsen van Essen ende Elisabeth Herman Tuijren echteluijden, machtigen Hendrick Vastrick bode tot Rhenen, omme voor de gerechte aldaer te compareren en t.b.v. Hendrick van Broeckhuijsen, Gijsbert Cornelis van Ingen, Anthonij Stip, Gerrit Jacobs van Essen en Cornelis Groenevelt, specialijck te verbinden de huijsinge, en aegehoorende erve sulcx bij de comparanten tegenwoordich in Venendael bewoont, en gebruijckt wort en haerlieden in eijgendom is. etc. [12-03-1688, 2189-206]
* Hendrick Jacobs van Essen ende Elisabeth Hermens Tuijren, verclaerden bij desen voor haer ende haeren erven vercoft te hebben aen ende t.b.v. Hendrick van Broeckhuijsen, Gijsbert Cornelis van Ingen, Anthonij Stip, Gerrit Jacobs van Essen en Cornelis Groenevelt, die ter selven tijt alhier mede compareerden oock bekenden bij desen voor haer ende haeren erven in coope over te nemen, vijff peerde, alsse drie swarte meers, een grauwe meer, ende een vullen, drie koebeesten, twee ende vijftich schapen, twee wagens, vier soo lichters als schouwer, vier bedden met sijn toebehooren een eijcke kast in de kamer, drie tafels, daer onder een ovael, ses blauwe stoelkussens, de messie in de vaelt, alle 't hoij en stroij, wagens, ploegh, eeghden, met den vorderer inboedel ende huijsraet, (waarde 325 gulden) etc. [14-03-1688, 2189-208]
* 2189-209, notaris Christoffel Boumeister, d.d. 15-03-1688 ('s avonts ontrent de kloecke negen uijren) Veenendaal. Hendrick van Broeckhuijsen, Anthonij Stip, Gerrit Jacobsen van Essen ende Cornelis Groenevelt, soo voor haer selven ende in name en haer sterckmaeckende voor Gijsbert Cornelisen van Ingen. Ende verclaerden dat, alsoo Hendrick Jacobssen van Essen ende Elisabeth Hermens Tuijren, echteluijden heeft gecedeert en overgegeven; vijff peerden, alssse 3 swarte merrien, een grauwe meer, ende een vullen, drie koebeesten, 52 schapen ende vordere mobilia, voor de somme van 325 gulden. De goederen zijn wederom geleent en in handen gestelt van Hendrick Jacobssen van Essen en sijne huijsvrouw Lijsbeth Tuijeren, die ter selver tijt alhier mede compareerdende oock bekenden de selve goederen weder te leen te ontfangen, omme die te gebruijcken soo lange het den voorneomde Hendrick van Broeckhuijsen cum socijs gelieven sal, en langer niet. Belovende alsulcx sij echteluijden de selve goederen niet te veralieneren off verminderen, nemaer de selve in gelijcke staet te houden en te laten etc.
* Dat Hendrick Jacobssen van Essen, voor hem ende sijnen erven in eijgendom sal hebben een seecker huijs, schuijren, bergh ende vorder getimmer mette aengehoorende landerijen groot ontrent twaelff mergen, streckende voor uijt de gemene Grift tot aen Cunerawech toe, daer Oostwaerts een seecker stuck goets dat oock genaemt wort Geresteijn, zuijtwaerts Curnerawech, Westwaerts den Eerwaarde Ds. Joannes Brinckhuijsen, ende Noortwaerts de voorschreven Griffe naestgelant, ende gelegen sijn, edoch onder die conditie dat den selven in den gemenen boedel sal inbrengen een capitale somme van een duijsent gulden offe emmers van Victoris des jaers 1681 verleden off den boedel van gelijcke capitael ten contentemente van den andere mede erffgenamen ontlasten.
* 2190-36, notaris Christoffel Boumeister, d.d. 20-05-1690 Veenendaal. Hendrick Jacobssen van Essen ende Elijsabeth Hermans Tuijren, possesseuren ende eijgenaeren van de hoffsede, landerijen (ca. 14 mergen) etc, Engelenburgh, machtigen de procureur Hendrik van Hees, om te compareren voor de rentmeester van de Domainen 's lants van Utrecht, om de comparanten te laten registeren en te versoecken ter confirmatie een plechtbrieff van 2000 gulden. Dat zij volgens de erfpachtbrief van 1 november 1684 eijgenaeren verclaerde geworden te sijn.
* 2190-37, notaris Christoffel Boumeister, d.d. 25-05-1690 Veenendaal. Eoden, a 12 stuivers geexpedieert. Op huijden den 25e maij 1690 compareerde voor mij Christoffel Boumeister, openbaer notnaris 's hooffs van Utrecht in Veenendael, residerende, ende voor de getuijgen naebenoempt comparanten Hendrick Jacobssen van Essen ende Eliabeth Hermans Thuijren, echtelieden, woonende alhier in Veenendael en verclaerden bij desen onwederroepelijck te constitueren en machtich te maecken de heer ende Mr. Mattheus de Leeuw, advocaet voor den Edele Hove van Utrecht voorschreven, omme te compareren voor den heere rentmeester van de Domainen 's lants van Utrecht ofte desselfs gesubstitueerde, ende aldaer uijtten name ende van wegens haer comparanten te bekennen wel en deuchdelijck schuldich te wesen aen ende ten behouve van de heer Gillis van Wijck, outraedt in de vroedschappe der stadt Utrecht, en zijn edele erven een capitale somme van tweedusent gulden, spruijtende en gewoon ende uijt oorsake de heer Albert Steck [qti] qua volgens obligatie off plechtbrieff van de 7 maij 1682 aen de heer Gillis van Wijck gelijcke tweedusent gulden schuldigh was en dat den voornoemde den heer Aelbert Steck het naerbeschreven goet aen haer comparanten vercopende bij coopconditien bedongen heeft dat zij comparanten die voorschreven 2000 gulden competerende de heer Gillis van Wijck voornoemd in minderinge van haer beloofde cooppenningen ten haeren laste souden nemen, dat mede den voornoemde heer Steck het nabeschreven goet op die last aen haer comparanten hadde gecedeert en afgegeven vermogens den erffpachtbrieff daer van zijnde in date den 1 november 1684, makende den voornoemde der advocaet de Leeuw daer benevens oock maghtich om uijt haer comparanten name te beleven van het voorschreven capitael van tweedusent gulden aen welgemelte heer Gillis van Wijck jaerlijcks en alle jaer op den 12e februari te sullen betalen, renten naer advenant vijff percento te reeckenen, waer van het eerste jaer omgecomen off verschenen is, den 12-02-1690 en in de betalinge van die renten te sullen continueren tot dat zij comparanten het voorschreven capitael van 2000 gulden met alle de renten van dien aende Heer Gillis van Wijck voornoemt ofte sijnen erven sullen hebben affgelost en betaelt, welcke afflossinge ten aller tijden zal mogen en oock moeten geschieden mits de een de ander een vierendeel jaers van te vooren waerschouwende gegevende zij comparanten boven dien aen der gemelten De Leeuw noch volcomen maght en last omme voor de voldoening van het voorschreven capitael en jaerlijcxe renten van dien alrede verschenen en nogh te verschijnen tot een speciael hijpotheecq en onderpand te stellen seecker erff, de hoffstede, mede bepotinge en betimmeringe daer op staende met alle de aenhorige landerijen groot ongeveerlijck veertien mergen, off soo groot en cleijn als deselve in Venendael aende Stichtse zijde gelegen zijn genaemt Engelenburgh, streckende voor uijt Bisschop Davids Grifte tot aen Cunerawegh toe, daer oostwaerts Hendrick van Broeckhuijsen en westwaets de erffpagter van de Heer van Rijsenburgh naest en alomme gelegen zijn, invoegen zij comparanten het selve erffpaghtgoet volgens den erffpaghtbrieff daervan zijnde becomen hebben voorts te versoecken dat zij comparanten in het gene voortnoemde is mogen werden gecondemneert belovende zij comparanten alle s van waerde te sullen behouden en doen houden 't geene bij den voornoemde den gecostitueerde in craghte dese zal werden gedaen en verright onder verbandt submissie en renunciatie als naer reghten, versouckende hier van acte de welcke is dese. Aldus gedaen en gepasseert ten huijse van de comparanten ten overstaen van Anthonij Stip, cameraer alhier ende Anthonij de Ridder, als gerequireerde getuijgen.
* 2191-22 zie Bastiaan Metman.
*2191-62, notaris Christoffel Boumeister, d.d. 28-02-1698 Veenendaal. Hendrick machtigt Adriaen van Wijck, procureur voor het Gerecht van Rhenen, in de zaak tegen de weduwe van de heer Peter van Broeckhuijsen, alsmede tegen Maes Jacobs Voerman.
* 2193-28, not. Elias Verschuijr, d.d. 26-11-1704, testament, Veenendaal. Hendrik Jacobsen van Essen en Elisabeth Tuuren, zij swackelijck van lighaem, te bedde leggene, benoemen voogden over onmondige kinderen etc.
* 2193-63, notaris Elias Verschuijr, d.d. 31-05-1706. Hendrick Jacobsen van Essen, weduwnaar en boedelharder van Elisabeth Turen machtich Willem de Groot tot Utrecht ende Derck van Ommeren wonende tot Rhenen, te cederen, transporteren en over te geven t.b.v. Gijsbert Verkroost 18 margen soo bouw als weij en veenlant met de huijsinge, berch en schuijr, met de vordere betimmeringe ende beplanting daerop staende oft soo groot ende cleijn, gelegen in Venendael, sijnde erfpachtplichtig aan de domeijnen 's lands van Utrecht, alles breder beschreven in de coopcedulle d.d. 28-10-1705 en 19-04-1706 etc.
* 11-02-1699: namenlijst: Hendrick Jacobusz van Essen
* 14-03-1706: Certificatie: Hendrick Jacobsen van Essen
.
Gehuwd voor de kerk op 11-12-1681 te Veenendaal met Elisabeth Harms TUREN, dochter van Harmen Dircks TUREN (zie 1054) en Anneken Hendricks SLOTBOOM (zie 1055).

Eerste blad    Vorig blad    Blad 11 van 19 bladen Volgend blad    Laatste blad

Homepage | E-mail